Hof Amsterdam heeft beslist dat de meditatiecursussen van een spirituele stichting onvoldoende rechtstreeks bijdragen aan een wereld zonder honger. De inttrekking van de ANBI-status was dan ook terecht.
De inspecteur heeft de ANBI-status ingetrokken van een stichting die stelde zich in te zetten voor een wereld zonder honger en daartoe voorlichting gaf door middel van het uitgeven van boeken, abonnementen en meditatiecursussen. Deze stichting vroeg slechts kostprijsvergoedingen en werkte met vrijwilligers. Uit de uitspraak van Hof Amsterdam blijkt dat ook als een doelstelling algemeen van aard is, met de feitelijke werkzaamheden een particulier belang gediend kan zijn. De feitelijke aard van de activiteiten van de stichting diende volgens Hof Amsterdam inderdaad in belangrijke mate een dergelijk particulier belang, een zinvolle invulling van vrije tijd en persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers. Dat zou alleen nog toereikend voor een ANBI-status kunnen zijn als de stichting zich met doelstelling en werkzaamheden had gericht op kwetsbare personen zoals zieken, gehandicapten, daklozen of in ontwikkeling bedreigde kinderen. De stichting had niet aannemelijk gemaakt dat haar deelnemers behoorden tot een dergelijke kwetsbare doelgroep.
Wet: artikel 5b AWR, artikel 1a uitvoeringsregeling AWR
Meer informatie: Hof Amsterdam 18 juni 2015 (gepubliceerd 24 juni 2015), ECLI:NL:GHAMS:2015:2360
Geef een reactie