Als materieel wel maar formeel niet is voldaan aan alle voorwaarden voor een beroep op de afdrachtvermindering, is volgens de Hoge Raad geen sprake van een pleitbaar standpunt. Het laten bijstaan door een adviseur kan de opgelegde boete wél van tafel vegen. Mr. Roel Kerckhoffs licht deze uitspraak toe.
Een B.V. die werknemers begeleidde vanuit een uitkeringssituatie naar een reguliere arbeidssituatie, had de afdrachtvermindering onderwijs (startkwalificatie) toegepast terwijl niet was voldaan aan de formele vereisten. De Belastingdienst legde daarom naheffingsaanslagen loonheffing en vergrijpboeten op. In de discussie over de boeten oordeelde het Gerechtshof Den Haag eerder dat de B.V. zich tijdig op de hoogte had moeten stellen van de betrekkelijk eenvoudige formele voorwaarden. Door dit na te laten had de B.V. dusdanig lichtvaardig gehandeld dat het aan haar grove schuld te wijten was dat te weinig belasting was betaald. Dat haar adviseur haar aangiften loonheffing verzorgde, veranderde hier niets aan.
Verdieping door werkgever geen vereiste
In cassatie bepleitte de B.V. onder meer dat formeel niet aan alle voorwaarden was voldaan maar sprake is van een pleitbaar standpunt. De Hoge Raad kan zich hier niet in vinden. Echter, als een belastingplichtige zich laat bijstaan door een deskundige adviseur, kan men niet eisen dat hij zich ook zelf verdiept in de inhoudelijke aspecten van de toepasselijke belastingregelingen om fouten te voorkomen. Er is geen aanleiding om hiervan af te wijken als het gaat om ‘betrekkelijk eenvoudige formele voorwaarden’ zoals het hof stelde (zie ook het HR-arrest van 3 februari 2017). De Hoge Raad vernietigt daarom de uitspraak van het hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe beoordeling van de vergrijpboeten.
Reactie mr. Roel Kerckhoffs
Taxence vroeg mr. Roel Kerckhoffs, partner bij Hertoghs advocaten en advocaat van de belanghebbende in deze zaak, om een reactie op deze uitspraak.
'Voor wat betreft de bescherming van de betrokkenheid van een deskundige adviseur, biedt dit arrest geen nieuws. De Hoge Raad herhaalt nog eens dat de bijstand van een adviseur die de belastingplichtige voor voldoende deskundig mocht houden en aan wiens taakvervulling hij niet behoefde te twijfelen, bescherming biedt tegen een boete. Daarbij gaat het om de gerechtvaardigde perceptie over het functioneren van de adviseur aan de zijde van de belastingplichtige, hetgeen voor het oordeel over een boete de enige juiste maatstaf is.
Wat in deze zaak ook speelde is dat de betreffende onderneming een beroep had gedaan op een pleitbaar standpunt. Zij kende aan doel en strekking van de regelgeving meer betekenis toe dan aan de strikte formaliteiten. Die interpretatie gebruikte de onderneming in de periode dat de Hoge Raad hierover nog niet had beslist. De Hoge Raad passeert dit verweer met een beroep op de objectieve uitleg van het pleitbare standpunt. Daarmee krijgt het pleitbare standpunt een elitair karakter. Alleen indien een standpunt ‘volgens de geleerden’ verdedigbaar is, kan een beroep worden gedaan op een pleitbaar standpunt. Naar mijn mening zou een boete ook niet aan de orde mogen zijn indien een belastingplichtige zelf de overtuiging heeft juist te handelen door in de geest van de wet te opereren. Het is spijtig dat de Hoge Raad deze voor de belastingplichtige gunstige ‘substance over form’ niet heeft beloond door de boete te vernietigen.'
Wet: artikel 14 WVA en artikel 12aa Uitv.reg. afdrachtvermindering (tekst tot 2014)
Meer informatie: Hoge Raad 11 augustus 2017, ECLI:NL:HR:2017:1611
Geef een reactie