Dijsselbloem heeft in antwoord op Kamervragen aangegeven dat hij instemt met een wijziging van het reglement van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Doel van deze wijziging is om het financiële tussenpersonen en vermogensbeheerders moeilijker te maken om zich te onttrekken aan de adviezen van het instituut.
40 procent van de financiële tussenpersonen en 27 procent van de vermogensbeheerders laten zich niet binden aan uitspraken van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid), zo achterhaalde het FD. Minister Dijsselbloem gaf in zijn antwoorden aan dat er binnenkort een lijst op de website van het Kifid openbaar wordt gemaakt met daarop alle financiële dienstverleners die niet bij voorbaat bindend advies aanvaarden.
Onttrekken aan bindendheid
Dijsselbloem: ‘Het is volgens de Grondwet onmogelijk om bindende rechtskracht van de uitspraken van Kifid vast te leggen. Dat neemt niet weg dat ik het zeer onwenselijk zou vinden als financiële dienstverleners zich gedurende procedures alsnog kunnen onttrekken aan de bindendheid van een advies.’ Op grond van de reglementen van Kifid is het op dit moment al niet mogelijk om gedurende een klachtenprocedure alsnog af te zien van aanvaarding van de bindendheid. Als een financiële dienstverlener zijn status wenst te herzien kan dat alleen voor nieuwe klachten.
Contractuele verhoudingen
Het Kifid is van plan haar reglementen zo aan te passen dat een intrekking van de aanvaarding van de bindendheid van haar uitspraken alleen geldt voor contractuele verhoudingen die na deze datum zijn aangegaan. Voor bestaande contractuele verhoudingen tussen een financiële dienstverlener en een consument heeft een intrekking alleen gevolgen als de financiële dienstverlener de consument uitdrukkelijk op deze verandering heeft gewezen en de consument een reële mogelijkheid heeft gegeven om zonder kosten de relatie te beëindigen. Een intrekking zal bovendien nooit gevolgen hebben voor klachten over financiële diensten die al waren geleverd op het moment van intrekking van de aanvaarding van bindendheid. In dat geval heeft de consument immers geen mogelijkheid meer zelf consequenties te verbinden aan de veranderde opstelling van de financiële dienstverlener.
Geef een reactie