De Nederlandsche Bank wil dat het verschil in kosten tussen het huren en kopen van een woning wordt verminderd. Dat is goed voor de welvaart.
Kopers hebben mede door belastingvoordelen vaak lagere woonuitgaven, die slechts beperkt stijgen tijdens de woonduur. Bovendien worden hun woonlasten door leennormen begrensd. De kostenverschillen tussen koop en huur werken een tweedeling in de hand en bemoeilijken de ontwikkeling van een goed functionerende huurmarkt. Het verkleinen van deze tweedeling door het afbouwen van belastingvoordelen voor kopers werkt welvaartsverhogend en is daarom een belangrijke opgave voor toekomstig woningmarktbeleid.
Fiscale verschillen
Het verkleinen van het kostenverschil tussen kopen en huren brengt beide markten meer in balans en verhoogt daarmee de welvaart. Een belangrijke stap hiertoe is om de fiscale verschillen tussen huren en kopen geleidelijk volledig af te bouwen, door het eigenwoningforfait stapsgewijs te verhogen of de woning (en hypotheekschuld) in geleidelijke stappen te verplaatsen naar box 3. Kopers die vermogen opbouwen in de eigen woning ontvangen dan niet langer een fiscaal voordeel ten opzichte van huurders die op andere wijze sparen en extra belastingopbrengsten kunnen worden gebruikt om andere belastingen te verlagen. Als woningprijzen minder worden opgedreven door belastingvoordelen draagt dat potentieel ook bij aan de betaalbaarheid van huren, doordat verhuurders bij structureel lagere prijsniveaus minder huur hoeven te vragen om aan hun rendementseis te voldoen. Het vergroten van de aantrekkelijkheid van huren draagt bovendien bij aan de gewenste uitbreiding van het nu nog kleine vrije huursegment.
Meer informatie: DNB, 7 januari 2021
Geef een reactie