Bij beoordeling van de hoogte van een boete moet worden beoordeeld of de boete passend is. Daarbij zijn de gedraging, de omstandigheden waaronder die gedraging heeft plaatsgevonden en de persoon van de beboete van belang.
Een man is gescheiden. Zijn ex-echtgenote is in 2021 overleden. In de aangiften inkomstenbelasting 2019 en 2020 trekt de man alimentatie af. De feitelijke alimentatiebetalingen zijn echter gestopt, omdat de ex-echtgenote in die jaren pensioen en AOW heeft ontvangen. De man is zich bewust geweest dat hij ten onrechte alimentatie in aftrek heeft gebracht. Naar aanleiding van later ontvangen informatie legt de inspecteur navorderingsaanslagen 2019 en 2020 en vergrijpboetes op.
Persoonlijke en financiële omstandigheden
Bij rechtbank Noord-Holland zijn alleen de vergrijpboetes nog in geschil. De man heeft aangevoerd dat hij in een moeilijke periode zat, door de ziekte en het latere overlijden van zijn ex-echtgenote. Ook zat de man in financiële problemen. Met de (onterechte) ontvangen belastingteruggaven, heeft de man schulden afgelost. Om voornoemde redenen heeft de man de rechtbank verzocht om matiging van de boetes. De rechtbank heeft de moeilijke omstandigheden waarin de man verkeerde erkend en heeft de vergrijpboetes van 50% naar 25% verlaagd. Aanleiding daarvoor zijn dat de man volledige openheid van zaken heeft gegeven en berouw heeft getoond.
Wet: art. 67e AWR en art. 5:46 Awb
Geef een reactie