Ondertekent een onderwijsinstelling de praktijkovereenkomsten van werknemers pas na afloop van de opleiding in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg? Dan heeft de werkgever geen recht op toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs.
Een B.V. verrichtte activiteiten op het gebied van schilderen, wandafwerking, beglazing, reiniging en bouwkundig onderhoud. De B.V. was door ECABO en Savantis erkend als officieel leerbedrijf. De inspecteur had naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd, omdat hij van mening was dat de B.V. niet voldeed niet aan de voorwaarden voor toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. Met dagtekening 17 april 2014 was een verklaring uitgereikt door een onderwijsinstelling waarin werd bevestigd dat een aantal werknemers aan een bepaalde opleiding gedurende de periode 1 mei 2012 tot en met 30 april 2013 had deelgenomen. In geschil was of deze achteraf uitgereikte verklaring de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs in de weg stond. De rechtbank oordeelde dat de achteraf opgestelde inschrijfverklaring door de onderwijsinstelling niet voldeed aan de voorwaarden. Gelet op de inhoud en dagtekening van die verklaring was dit geen verklaring waaruit destijds bleek dat de desbetreffende leerlingen op dat moment de beroepsbegeleidende leerweg van de betreffende opleiding volgden. De B.V. had tijdig over een inschrijfverklaring moeten beschikken. Nu zij daaraan niet voldeed had zij geen recht op afdrachtvermindering onderwijs.
Wet: Art. 14 (lid 2) WVA (tekst 2012)
Meer informatie: Noord-Nederland 20 februari 2018 (gepubliceerd op 27 februari 2018), ECLI:NL:RBNNE:2018:552
Geef een reactie