Geld lenen van de eigen pensioen-B.V. zonder voldoende zekerheden te bieden kan twee fiscale nadelen meebrengen. Ten eerste steekt de problematiek van de onzakelijke lening de kop op. Daarnaast kan het opgebouwde pensioen fiscaal vrijvallen.
Een man was eerst via zijn B.V. actief in de bouwsfeer, maar besloot later geruisloos terug te keren naar een IB-onderneming. Daarbij bracht hij zijn als dga opgebouwde pensioenaanspraken onder in een pensioen-B.V. Deze pensioen-B.V. kreeg ook een zakelijke vordering op de man. Maar in het eerste kwartaal van 2015 sloot de man nieuwe leningen af bij de pensioen-B.V. Volgens de inspecteur zou een onafhankelijke derde nooit aan de man een winstonafhankelijke lening willen verstrekken. De man zit namelijk krap in liquide middelen de bank heeft al het eerste en tweede recht van hypotheek. De nieuwe leningen zijn dus onzakelijk. De rechtbank is het eens met de Belastingdienst
Verkapte afkoop pensioen
De rechtbank meent ook dat de pensioen-B.V. door het verstrekken van de onzakelijke lening niet meer in staat is aan de pensioenverplichting te voldoen. Het gevolg is dat de man een bedrag heeft ontvangen waartegenover een verlies aan pensioenrechten staat. Een verkapte afkoop van pensioenaanspraken dus. Deze afkoop leidt tot heffing van zowel loonbelasting als revisierente.
Wet: art. 19b Wet LB 1964 en art. 30i AWR
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 19 december 2019 (gepubliceerd 14 februari 2020), ECLI:NL:RBZWB:2019:5699, BRE 18/02574
Geef een reactie