Wie een aanmerkelijk belang erft kan gebruik maken van de doorschuifregeling in de Successiewet. Sinds 1 januari 2010 geldt deze fiscale regeling ook bij schenking van een aanmerkelijk belang. Toepassing van de doorschuiffaciliteit is echter niet voor iedere beoogde overdracht van aanmerkelijkbelangaandelen mogelijk.
Aanmerkelijkbelangaandelen kunnen sinds 1 januari 2010 met de doorschuiffaciliteit al bij leven, via schenking, worden overgedragen aan de opvolger. Afrekening over het aanmerkelijk belang claim (25% belastingheffing in box 2 van de inkomstenbelasting) blijft dan uit. De aanmerkelijk belang claim (ab-claim) wordt namelijk doorgeschoven naar de opvolger.
Voorwaarden
Aan de doorschuiffaciliteiten in de Successiewet zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- er moet een ‘echt ondernemingsvermogen’ worden overgedragen. Met andere woorden: er moet sprake zijn van een materiële onderneming, zoals we dat kennen in de sfeer van de winst uit onderneming;
- er is geen sprake van een aanmerkelijk belang op grond van de meetrekregeling;
- de opvolger is een binnenlands belastingplichtige en hij rekent de verkregen aandelen of winstbewijzen niet tot zijn ondernemingsvermogen of vermogen waaruit hij resultaat uit overige werkzaamheden behaalt. Is de opvolger een natuurlijk persoon die buitenlands belastingplichtige is, dan kan de fiscus (een deel van) het belaste vervreemdingsvoordeel op verzoek aanmerken als te conserveren inkomen;
- de opvolger moet gedurende de 36 maanden die voorafgaan aan de bedrijfsoverdracht als werknemer in dienstbetrekking zijn geweest bij de bv waarin hij een aanmerkelijk belang verkrijgt;
- de overdrager en de opvolger moeten gezamenlijk verzoeken om toepassing van de doorschuiffaciliteit;
- preferente aandelen vallen alleen onder de faciliteit als zij ontstaan zijn in het kader van een gefaseerde bedrijfsoverdracht;
- bij indirecte belangen mag een vorm van consolidatie plaatsvinden voor de toets inzake de materiële onderneming;
- beleggingsvermogen mag meeliften op de faciliteit tot maximaal 5% van de waarde van het over te dragen ondernemingsvermogen; en
- de bedrijfsoverdracht mag zowel binnen als buiten de familiekring plaatsvinden.
Voortzettingsvereiste
In de schenkbelasting geldt dat de opvolger de aan hem overgedragen onderneming op zijn minst 5 jaar moet voortzetten. In de sfeer van de inkomstenbelasting geldt deze voortzettingsvereiste niet. De schenker die zowel vrij van inkomstenbelasting én vrij van schenkbelasting wil overdragen, is dus afhankelijk van het doen en laten van de opvolger in de eerste 5 jaar na de overdracht van de ab-aandelen.
Werknemer
Een belangrijke voorwaarde om de faciliteit te kunnen benutten, is dat de opvolger als werknemer in dienstbetrekking is of was bij het bedrijf dat wordt overgedragen. Echter, wanneer sprake is van een gebruikelijke structuur met een holding en een werkmaatschappij en de aandelen in de holding worden overgedragen, dan hoeft de opvolger niet per se werknemer te zijn geweest bij de holding. Als de opvolger werknemer is of was bij de werkmaatschappij die ressorteert onder de hiervoor genoemde holding, is dat voor de fiscus voldoende.
Bedrijfsopvolging na overlijden
Het overlijden van een aanmerkelijkbelanghouder wordt gezien als een fictieve vervreemding voor de erflater. In beginsel moet worden afgerekend in box 2 over de meerwaarde, die in de aandelen schuilt, op het moment van het overlijden. De doorschuifregeling vormt een uitzondering op deze regel. De doorschuiffaciliteit, en dus het uitblijven van een belast vervreemdingsvoordeel voor de erflater, is net als bij schenking van ab-aandelen alleen mogelijk als de aandelen materieel ondernemingsvermogen vertegenwoordigen. De erfgenaam die gebruik wil maken van de doorschuiffaciliteit bij vererving, moet daar met de andere belanghebbenden uitdrukkelijk schriftelijk om verzoeken.
Afrekenen
Wanneer sprake is van beleggingsvermogen wordt bij de overgang volgens erfrecht – net als bij bedrijfsopvolging tijdens leven – altijd afgerekend. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin een vennootschap het pensioen van de directeur-grootaandeelhouder beheert. Bij de afrekening mag de volledige verkrijgingsprijs van de erflater in aanmerking worden genomen. De verkrijgingsprijs die wordt afgezet tegen de overdrachtsprijs van de aandelen voor zover deze het beleggingsvermogen vertegenwoordigen, hoeft dus niet eerst opgesplitst te worden in overeenstemming met de verhouding beleggings- en ondernemingsvermogen.
Medegerechtigdheid
Toepassing van de doorschuiffaciliteiten voor de bedrijfsoverdracht bij leven of overlijden is ook mogelijk als de bv, waarin de doorschuiver een aanmerkelijk belang hield, een medegerechtigdheid houdt. Deze medegerechtigdheid moet wel een rechtstreekse voortzetting vormen van een eerder door de bv gedreven onderneming. Daarnaast moet de verkrijger van de vervreemde aandelen al beherend vennoot zijn van de onderneming waarop de medegerechtigdheid betrekking heeft of enig aandeelhouder zijn van een vennootschap die zo’n beherende vennoot is.
Geef een reactie