Als twee of meer (rechts)personen gezamenlijk een bedrijf exploiteren en tegenover de klanten optreden als één ondernemer onder een naam, is de kans groot dat de fiscus de betrokken partijen aanmerkt als één btw-ondernemer.
Ieder die zelfstandig een bedrijf, of volgens de BTW-Richtlijn een economische activiteit, uitoefent is ondernemer voor de Wet omzetbelasting. In bepaalde gevallen is het echter onduidelijk of sprake is van één ondernemer of meerdere (rechts)personen die in feite optreden als één ondernemer voor de omzetbelasting. Voor de beantwoording van deze vraag moet de fiscus kijken of de betrokken partijen de prestaties voor de klant zelfstandig of gezamenlijk verrichten. Dit bleek bijvoorbeeld uit een zaak voor Hof Amsterdam. Het ging om de vraag of een bv enerzijds en een maatschap en een stichting anderzijds ondernemer waren voor de omzetbelasting. De bv exploiteerde een nachtclub en ging op een gegeven moment een samenwerking aan met de maatschap die werd vertegenwoordigd door een stichting. Het hof zag deze drie partijen als één btw-ondernemer. Uit de gesloten overeenkomst bleek namelijk dat het doel van de samenwerking was het gezamenlijk exploiteren van een relaxhuis. Bovendien trad het relaxhuis naar buiten toe op onder één naam en de klant betaalde één bedrag aan een vertegenwoordiger van het relaxhuis om toegang te krijgen tot de nachtclub. Het deed er niet toe of de partijen op eigen naam overeenkomsten sloten, eigen bankrekeningen hadden, op eigen naam facturen opstuurden en ontvingen en ieder eigen jaarrekeningen opmaakte. De drie partijen waren één btw-ondernemer en moesten daarom samen één btw-aangifte doen.
Meer informatie: Hof Amsterdam, 26 april 2012 (gepubliceerd 9 mei 2012), LJN: BW5069
Geef een reactie