Een ‘vast middelpunt’ is niet te vergelijken met een ‘vaste inrichting’. Een drijvende tankopslag in de territoriale wateren van India viel in een zaak bij Hof Arnhem-Leeuwarden onder geen van beide begrippen.
Een zelfstandig ondernemer verrichtte in 2008 en 2009 als duiker 89 dagen reparatiewerkzaamheden aan een drijvende tankopslag. Hij verbleef hierover op de tankopslag die op een vaste locatie in de territoriale wateren van India lag. De duiker meende recht te hebben op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De inspecteur en de man waren al overeengekomen dat geen sprake was van een ‘vaste inrichting’. De man vond echter dat hij wel geregeld beschikte over een ‘vast middelpunt’ in India, en India daarom heffingsrecht toekwam. Hof Arnhem-Leeuwarden was het daar niet mee eens. Omdat in het verdrag geen definitie van ‘vast middelpunt’ is opgenomen, ging het hof te rade bij de uitleg in het commentaar op het OESO-modelverdrag en het VN-modelverdrag. Hieruit viel af te leiden dat het bij een vast middelpunt moet gaan om een “centre of activity of a fixed or permanent character”. Het hof besliste dat de duiker niet geregeld over een vast middelpunt beschikte nu de man op projectbasis gedurende 89 dagen eenmalige, op zich zelf staande (reparatie)werkzaamheden verrichtte op de drijvende tankopslag. Hij had geen recht op aftrek van dubbele belasting.
Wet: artikel 14, lid 1 onderdeel a Verdrag Nederland-India
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11 juni 2014 (gepubliceerd op 16 juni 2014), ECLI:NL:GHARL:2014:4701
Geef een reactie