Als een ondernemer bij de inkoop van margegoederen de globalisatieregeling heeft toegepast maar bij de verkoop de btw over de omzet berekent, zal hij zijn winstmarge moeten corrigeren. Daardoor ontstaat een dubbele btw-druk op de desbetreffende margegoederen, maar dit is volgens de Hoge Raad toegestaan.
Margeregeling
Sommige handelaren in gebruikte goederen kopen deze spullen vaak in van particulieren. Zulke handelaren noemt men ook wel wederverkopers. De particulieren brengen geen btw in rekening over de vergoeding die zij van de wederverkoper ontvangen. Zonder nadere wetgeving zou de wederverkoper de btw moeten berekenen over zijn verkoopprijs terwijl hij geen btw heeft afgetrokken en zijn leverancier in het verleden wel btw over het goed heeft betaald. In zulke situaties zal echter vaak de zogenoemde margeregeling gelden. Onder de margeregeling berekent een ondernemer de btw niet over zijn omzet, maar over zijn winstmarge. Grofweg gezegd is de winstmarge gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs. Als de winstmarge negatief is, hoeft de ondernemer geen btw te betalen maar hij krijgt evenmin btw terug. Een wederverkoper die de margeregeling toepast, mag bij de levering van het goed de afzonderlijke btw niet vermelden in zijn factuur.
Voorwaarden
De margeregeling ziet alleen op de handel in ‘margegoederen’. Dit zijn goederen die aan de wederverkoper zijn geleverd door:
- particulieren of andere niet-ondernemers;
- ondernemers die het goed uitsluitend hebben gebruikt voor vrijgestelde prestaties en bij de levering van dat goed de btw niet hebben afgetrokken;
- een ondernemer die op grond van de kleine ondernemersregeling is ontheven van de normale administratie- en factureringsplicht. Het goed moet in dat geval een bedrijfsmiddel zijn dat de ondernemer in zijn eigen bedrijf heeft gebruikt;
- een andere wederverkoper die de margeregeling heeft toegepast; of
- een ondernemer of een wederverkoper uit een andere lidstaat van de Europese Unie. In dat geval gelden nog de aanvullende voorwaarden van de BTW-Richtlijn, maar deze komen voor een groot deel overeen met de Nederlandse margeregeling.
Inkoopverklaring
Als een wederverkoper de margeregeling toepast, moet hij zijn leverancier een inkoopverklaring uitreiken. De wederverkoper moet een ondertekende kopie van de inkoopverklaring bewaren. De inkoopverklaring moet de volgende gegevens bevatten:
- de dag waarop de levering plaatsvindt;
- naam en adres van de wederverkoper;
- naam en adres van de leverancier;
- een duidelijke omschrijving van het geleverde goed. Als het gaat om een motorrijtuig, moet de inkoopverklaring ook een vermelding van het kenteken bevatten;
- het aantal geleverde goederen;
- het bedrag dat de wederverkoper de leverancier moet betalen voor de levering van het goed; en
- een verklaring van de leverancier dat hij geen btw heeft afgetrokken toen hij zelf het goed geleverd kreeg.
Een inkoopverklaring is niet nodig als:
- de leverancier minder dan € 500 ontvangt voor het geleverde goed;
- de leverancier een gewone factuur uitreikt; of
- sprake is van een inruil waarbij de wederverkoper een correcte factuur uitreikt. Deze situatie doet zich nogal eens voor bij de handel in tweedehands auto’s.
Globalisatieregeling
Het is mogelijk de margeregeling per individueel goed toe te passen. Maar een wederverkoper mag voor bepaalde voorwerpen, waaronder vervoermiddelen, ook de globalisatieregeling toepassen. Deze regeling houdt in dat de wederverkoper de af te dragen btw berekent over zijn totale winstmarge per aangiftetijdvak. Deze winstmarge is het verschil tussen de totale opbrengst van verkochte margegoederen en de totale inkopen aan margegoederen.
Negatieve winstmarge
Een negatieve winstmarge is te verrekenen met een positieve winstmarge van een volgend tijdvak. Desnoods is globalisatie over het jaar mogelijk, zodat de verrekening van negatieve winstmarges over het jaar plaatsvindt. De wederverkoper kan een eventueel restant aan negatieve winstmarge als het ware doorschuiven. De inspecteur stelt de hoogte van deze negatieve winstmarge dan vast in een beschikking.
Halfslachtige toepassing margeregeling
Een wederverkoper kan ervoor kiezen de margeregeling niet toe te passen op de levering van margegoederen. In dat geval factureert hij de btw over de opbrengst. Uit een recente zaak voor de Hoge Raad blijkt dat de ondernemer in dat geval moet controleren of hij zijn winstmarge niet moet aanpassen. In deze zaak handelde een vof in gebruikte auto’s. Zij paste in beginsel de globalisatieregeling toe. In een aangiftetijdvak besloot zij echter een paar auto’s te verkopen en daarbij de btw over de verkoopprijs te berekenen. De Belastingdienst vond dat de vof vervolgens bij de berekening van de winstmarge in het tijdvak waarin de desbetreffende auto’s waren verkocht de inkoopprijs van deze auto’s had moeten aftrekken van de totale inkoopprijzen. De vof stelde dat door deze correctie een dubbele btw-heffing drukte op de auto’s. De Hoge Raad zag dat ook in, maar oordeelde dat zowel de wet als de Europese BTW-Richtlijn deze dubbele heffing toestond.
Wet: artikelen 28b,28c, 28d, 28f en 28h OB 1968
Meer informatie: Hoge Raad, 20 april 2012, LJN: BW3311
Geef een reactie