Voor een in Nederland woonachtige gepensioneerde behoren Duitse pensioenuitkeringen tot het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet.
Een man ontving een Duits pensioen en hij had recht op een Deutsche Rentenversicherung. Hij ontving bovendien een AOW-uitkering. De man kreeg een aanslag premie Zorgverzekeringswet (Zvw). Deze aanslag was opgelegd op basis van de uit Duitsland ontvangen pensioenuitkering en de Rentenversicherung. De man was het niet eens met deze aanslag. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden was de aanslag Zvw tot het juiste bedrag opgelegd. De gepensioneerde was ingezetene van Nederland en daarom op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (oud) in Nederland verzekerd voor voornoemde wet. Hij was daarmee ook verzekerd en premieplichtig voor de Zvw. In internationale verhoudingen is Nederland bevoegd om de Duitse inkomsten Zvw-premies te heffen. Nederland had terecht het Duits pensioen en de Deutsche Rentenversicherung tot het bijdrage-inkomen voor de Zvw gerekend. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
Wet: Artikel 2 en artikel 5 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (oud), artikel 2 en artikel 31 Zorgverzekeringswet
Verordening (EEG) nr. 883/2004: artikel 11, artikel 23 en artikel 30
Meer informatie: Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juni 2017 (gepubliceerd op 16 juni 2017), ECLI:NL:GHARL:2017:4777
Geef een reactie