De looptijd van de 30%-regeling bij een nieuwe werkgever neemt af met de periode waarin een voorgaande werkgever de 30%-regeling mocht toepassen. Deze periode kan afwijken van de periode waarvoor de fiscus een beschikking heeft afgegeven.
Op 6 december 2018 verzoeken een vrouw en haar werkgever om met ingang van 1 november 2018 de 30%-regeling te mogen toepassen. In het desbetreffende formulier staat dat de vrouw van 1 september 2013 tot 1 oktober 2016 in Nederland heeft gewoond en gewerkt. De Belastingdienst staat bij beschikking van 11 februari 2019 toe dat de werkgever voor de periode van 1 november 2018 tot en met 30 september 2023 de 30%-regeling toepast. Vervolgens verzoekt de vrouw samen met haar nieuwe werkgever op 6 december 2019 om toepassing van de 30%-bewijsregel. Nu is de ingangsdatum 6 januari 2020. De fiscus willigt bij beschikking van 13 februari 2020 dit tweede verzoek ook in. Ten slotte verzoekt de vrouw met weer een nieuwe werkgever op 8 februari 2021 om toepassing van de 30%-regeling per 1 januari 2021. Maar op 12 april 2021 wijst de inspecteur dit verzoek af met een derde beschikking.
Vermindering met werkelijk periode van gebruik 30%-regeling
Het geschil belandt voor Rechtbank Den Haag. De rechtbank merkt op dat per 1 januari 2019 de looptijd van de 30%-regeling is ingekort van acht naar vijf jaar. Maar als een werknemer uiterlijk 31 december 2018 een vergoeding genoot die onder de 30%-regeling viel, geldt overgangsrecht. Krachtens dat overgangsrecht blijft de oude termijn van acht jaar van toepassing tot uiterlijk 31 december 2020. Maar de looptijd wordt wel verminderd met de duur van eerdere tewerkstellingen. Daarbij is de inspecteur uitgegaan van de looptijd zoals die in eerdere beschikkingen zijn vastgesteld. Maar de rechtbank oordeelt dat dit standpunt onjuist is. Daarbij maakt het niet uit of de eerdere beschikkingen een onjuiste looptijd hebben vermeld. Omdat de vrouw voldoet aan de overige voorwaarden van de 30%-regeling, valt zij tot 31 december 2021 onder deze regeling.
Wet: art. 31a, tweede lid, onderdeel e Wet LB
Besluit: art. 10ec, 10ef en 10ei Uitv besl LB
Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing
Tijdens deze verdiepingscursus zoomt loonheffingenspecialist Hans de Vries in op de internationale aspecten van de loonheffingen. Daarbij onder meer aandacht voor belastingplicht van niet in Nederland wonende werknemers, inhoudingsplicht voor niet in Nederland gevestigde werkgevers, internationale sociale zekerheid, de internationale aspecten van de werkkostenregeling en de 30%-regeling. Ook komen praktische zaken aan de orde die een rol spelen in de loonadministratie voor grensoverchrijdende werknemers en wordt aandacht besteed aan de salary split.
Geef een reactie