De mogelijkheid voor een bestuursorgaan om een uitspraak op een bezwaarschrift te verdagen voor zes weken staat ook open als het bezwaarschrift is gericht tegen een WOZ-beschikking.
De hoofdregel is dat een bestuursorgaan binnen zes weken na het verstrijken van de bezwaartermijn moet beslissen op een ingediend bezwaarschrift. Desnoods kan een bestuursorgaan de beslissing voor hoogstens zes weken verdagen. Voor een bezwaarschrift tegen de WOZ-beschikking geldt een afwijkende beslistermijn. De gemeente moet namelijk in beginsel uitspraak op een WOZ-bezwaarschrift doen in het jaar waarin zij dit bezwaarschrift ontvangt. Deze regel geldt overigens niet als het bezwaarschrift is ingediend in de laatste zes weken van het kalenderjaar.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de afwijkende beslistermijn voor WOZ-bezwaarschriften de mogelijkheid tot verdaging niet uitsluit. Dus zelfs als iemand vroeg in het jaar een bezwaar indient tegen een WOZ-beschikking, kan de gemeente tegen het einde van het jaar besluiten om de beslissing op dit bezwaarschrift te verdagen. Pas als de gemeente na deze verlenging nog geen uitspraak heeft gedaan, kan de belanghebbende de gemeente in gebreke stellen en kan een dwangsom aan de orde zijn.
Wet: art. 6:20, derde lid en 7:10, derde en vierde lid Awb, art. 30, negende lid Wet WOZ en art. 236, tweede lid, GW
Meer informatie: Hoge Raad 5 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:494
Geef een reactie