Tijdens een beroepsprocedure moet de Belastingdienst alle voor de zaak relevante stukken overleggen. Komt de inspecteur deze verplichting niet na? Dan kan de belastingrechter besluiten om een extra proceskostenvergoeding toe te kennen aan de belastingplichtige.
Vijf natuurlijke personen houden (indirect) de aandelen in een vennootschap, een Ltd, die is opgericht naar Maltees recht. Deze aandeelhouders hebben ook (indirect) alle aandelen in drie andere vennootschappen, die gezamenlijk twee internetcasino’s exploiteren. Vanaf 20 oktober 2011 houden drie van de aandeelhouders niet langer aandelen in de casino-exploitanten. Op 4 maart 2014 koopt een Zweeds bedrijf de aandelen van de holding die de aandelen van de Ltd. bezit. De Nederlandse inspecteur laat de Ltd in februari 2016 weten dat hij vermoedt dat zij belastingplichtig is (geweest) voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Hij vraagt de Ltd. dan ook om de volledige administratie over de jaren 2004 – 2015. De Ltd. verstrekt diverse stukken aan de inspecteur, maar hij is niet tevreden. Daarom krijgt de Ltd. een informatiebeschikking opgelegd. Zij gaat in beroep tegen deze beschikking.
Fiscus overlegt niet alle gegevens
De Ltd. stelt dat de Belastingdienst niet alle stukken, die relevant zijn voor deze zaak, heeft overlegd. Daarop merkt de inspecteur tijdens de zitting op dat hij niet weet of er nog stukken zijn die op de zaak betrekking hebben die hij zou moeten overleggen. Ook geeft hij toe bepaalde stukken niet te hebben overlegd. Volgens de fiscus gaat het om derdenonderzoeken die geen betrekking hebben op de zaak. Mede door deze opmerkingen ontstaat bij de rechtbank het vermoeden dat de fiscus inderdaad niet alle stukken heeft overlegd. De rechtbank neemt het de inspecteur bovendien kwalijk dat hij pas op de zitting reageert op de vragen van de Ltd. over die stukken en dan nog met de mededeling niet te weten of er nog meer relevante stukken zijn. Vanwege het schenden van de plicht om relevante stukken te overleggen moet de Belastingdienst een extra proceskostenvergoeding betalen van € 10.000.
Deel van informatiebeschikking blijft in stand
Vervolgens gaat de rechtbank in op de informatiebeschikking zelf. De rechtbank merkt op dat de administratieplicht niet geldt voor rechtspersonen die niet in Nederland belastingplichtig zijn. Daarom vernietigt de rechtbank de informatiebeschikking voor zover deze is gebaseerd op de administratieplicht. De Belastingdienst mag wel om informatie vragen om te zien of een vennootschap belastingplichtig is in Nederland. Bovendien is niet van belang of de bewaartermijn is verstreken. Daarom blijft een deel van de informatiebeschikking in stand. De rechtbank oordeelt echter ook dat de sanctie van omkering van de bewijslast buiten beschouwing blijft. De Ltd. heeft namelijk uiteindelijk veel stukken overlegd. Daarnaast vindt de rechtbank aannemelijk dat de Ltd. bepaalde documenten, die een gering belang hebben niet heeft bewaard en dus niet kan overleggen.
Wet: art. 8:42 Awb en art. 25, derde lid, 47, 49 en 52 AWR
Geef een reactie