Woningcorporaties worden fiscaal niet anders behandeld dan andere ondernemingen. Zo zijn woningcorporaties integraal vennootschapsbelastingplichtig. De earningsstrippingmaatregel is gericht op alle vennootschapsbelastingplichtigen, waaronder dus ook woningcorporaties.
Staatssecretaris Vijlbrief antwoordt dit naar aanleiding van Kamervragen. De Nederlandse implementatie van de earningsstrippingmaatregel uit ATAD1 heeft – naast de bestrijding van belastingontwijking – vooral tot doel dat een meer gelijke fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen wordt bereikt. De earningsstrippingmaatregel is gericht op alle vennootschapsbelastingplichtigen, waaronder dus ook woningcorporaties. Een uitzondering maken voor woningcorporaties, is naar de mening van het kabinet niet mogelijk.
Compenserende maatregelen
Het kabinet heeft verschillende maatregelen getroffen waarmee het effect van de earningsstrippingmaatregel voor woningcorporaties wordt gemitigeerd. Zo is vanaf 2019 het tarief van de verhuurderheffing verlaagd en is een heffingsvermindering voor verduurzaming geïntroduceerd. Vanaf 2020 is daar een heffingsvermindering voor nieuwbouw en een vrijstelling voor tijdelijke woningen bijgekomen. De voornoemde compenserende maatregelen in de verhuurderheffing gelden voor alle verhuurders van sociale huurwoningen. Daarnaast profiteren woningcorporaties, net als andere vennootschapsbelastingplichtigen, vanaf 2021 van de verlaging van het vennootschapsbelastingtarief van 25% naar 21,7%.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 30 maart 2020
Geef een reactie