De enkele omstandigheid dat echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd brengt nog niet mee dat een echtgenoot (mede) partij is bij een door de andere echtgenoot aangegane rechtshandeling. Dit heeft de Hoge Raad beslist.
Een grootvader had in zijn testament zijn zoon (de vader) benoemd tot enig erfgenaam. Daarbij had hij aan de zoon de last opgelegd gegeven om bij een gedeelte van de nalatenschap toe te kennen aan de drie kinderen van de zoon (ik-opa-testament). Uitbetaling zou plaatsvinden bij overlijden van de zoon en diens echtgenote. De zoon was in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Ter uitvoering van het testament had de vader aan de kinderen een bedrag schuldig erkend. De inspecteur was van mening dat de moeder ook partij was in deze schulderkenning nu de beide echtgenoten in gemeenschap van goederen waren gehuwd. De Hoge Raad oordeelde echter dat de moeder ondanks de gemeenschap van goederen niet gebonden was aan handelingen van de vader. Het maakte daarbij niet uit dat hierdoor een heffingslek ontstond. Per 1 januari 2010 is dit heffingslek overigens gedicht.
Wet: Artikel 10 Successiewet
Meer informatie: Hoge Raad, 20 januari 2012, LJN: BU5651
Geef een reactie