Wie verschillende deskundigen laat werken aan een fiscale beroepsprocedure loopt het risico dat deze deskundigen langs elkaar heen werken. Rechtbank Arnhem vindt dat geen reden om soepel om te springen met de termijn voor het indienen van een beroepschrift.
Het oordeel van de rechtbank zag op een zaak waarin een man zijn advocaat had gemachtigd om een bezwaarschrift in te dienen tegen de aanslag inkomstenbelasting. Ongeveer een maand later diende de belastingadviseur van de man ook een bezwaarschrift in tegen diezelfde aanslag. De inspecteur stuurde de afwijzing van het bezwaarschrift naar de belastingadviseur. De belastingadviseur lichtte de man in en enige tijd later tekende de advocaat beroep aan. De rechtbank verklaarde dit beroep niet-ontvankelijk, omdat de beroepstermijn inmiddels was verstreken. De man stelde dat de termijnoverschrijding niet zijn schuld was, omdat de Belastingdienst de uitspraak op het bezwaar meteen naar de advocaat had moeten sturen. Maar de rechtbank oordeelde dat de fiscus ervan mocht uitgaan dat de belastingadviseur als een substituut-gemachtigde had gehandeld. Want de advocaat had de belastingadviseur gevraagd het bezwaarschrift te motiveren met de aangifte. Ook al was het wisselende optreden als gemachtigde door de advocaat en belastingadviseur de oorzaak van de termijnoverschrijding, toch kwam dit voor rekening van de man.
Wet: artikelen 6:7, 6:8, 6:9, 6:11 en 6:17 Awb
Meer informatie: Bron: Rechtbank Arnhem, 31 januari 2012, LJN: BV2523
Geef een reactie