Een claim van € 439.000 door een man bij zijn stiefzoon is verworpen door de rechtbank wegens strijd met de goede zeden.
De ouders van de jongen waren in 1999 gescheiden toen hij zeven jaar oud was. Zijn vader overleed vier jaar later. In 2005 hertrouwde zijn moeder. Op zijn achttiende lieten de stiefvader en zijn moeder hem een schuldbekentenis bij de notaris tekenen. Daarin stond dat hij € 20.000 aan opvoedkosten moest vergoeden, omdat zijn eigen vader nooit financieel aan zijn opvoeding had bijgedragen. Daarnaast verklaarde de stiefzoon in de notariële akte € 190.000 schuld te hebben aan zijn stiefvader. Die schuld zou de verbouwing betreffen van een appartement dat van zijn biologische vader was geweest, en was geërfd door de zoon en zijn moeder. Volgens de stiefvader had hij aan de verbouwing bijgedragen, met € 125.000 aan verbouwingskosten en bouwbegeleiding ter waarde van € 65.000. In de schuldbekentenis was vastgelegd dat de stiefzoon de schuld aan zijn stiefvader zou inlossen na de verkoop van het verbouwde appartement.
Schuldbekentenis onder dwang
Na het overlijden van de moeder werd het appartement verkocht. Vervolgens eiste de stiefvader de schuld op. De schulden werden ook nog eens verhoogd met 6% rente per jaar, met als resultaat een vordering van € 439.000. De jongeman weigerde te betalen waarop de stiefvader naar de rechter stapte. Volgens de jongeman had hij de schuldbekentenis op zijn achttiende jaar getekend onder dwang, dwaling en bedrog, en maakte zijn stiefvader destijds misbruik van de omstandigheden. Ook stelde de jongeman dat zijn stiefvader nooit zoveel geld en uren in de verbouwing had geïnvesteerd.
De rechtbank Amsterdam wees de vordering van de stiefvader af. Omdat de man in 2005 met de moeder van de jongen trouwde, was hij wettelijk verplicht zorg te dragen voor het onderhoud van zijn stiefzoon. Alleen dat al betekent dat hij geen aanspraak kan maken op € 20.000 opvoedkosten. Bovendien acht de rechter dat het laten tekenen van de schuldbekentenis voor opvoedkosten door iemand die nog maar net meerderjarig is en grotendeels afhankelijk van zijn stiefvader in strijd met de goede zeden. Ook heeft de stiefvader op geen enkele manier aannemelijk weten te maken dat de stiefzoon daadwerkelijk een schuld van € 190.000 zou hebben opgebouwd als gevolg van de verbouwing.
Bron: RTL nieuws, 1 november 2021
Meer informatie: Rechtbank Amsterdam, 27 oktober 2021, gepubliceerd 29 oktober 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:6043
Online cursus Schenken en lenen in familieverband
In welke gevallen is het verstandig financiële steun te verlenen in de vorm van een schenking en wanneer in de vorm van een lening? Welke (civiele en fiscale) aandachtspunten zijn er bij schenken en lenen in familieverband? U hoort het in deze online cursus
Geef een reactie