Als een nv met terugwerkende kracht de status van vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) wil verkrijgen, kan de terugwerkende kracht niet verder gaan dan tot het moment waarop de nv tot stand is gekomen.
Volgens de wet kent de Belastingdienst in beginsel de vbi-status toe aan het begin van het boekjaar. Het feit dat men de vbi-status uiterlijk in hetzelfde jaar moet aanvragen als het jaar waarin de fiscus de vbi-status toekent toont al dat deze status onder voorwaarden kan ingaan met terugwerkende kracht. Een nv die was ontstaan uit een afsplitsing meende dat zij de vbi-status zelfs kon verkrijgen met terugwerkend kracht tot het moment van de materiële afsplitsing van het vermogen. De juridische splitsing had bijna drie maanden later plaatsgevonden. Volgens de inspecteur was toen de nv echt ontstaan en kon zij niet eerder kwalificeren als vbi. De nv deed voor de rechtbank nog een beroep op een goedkeurend besluit van de staatssecretaris van Financiën, maar dat zag (en ziet) op de situatie waarin een persoonlijk gedreven onderneming wordt ingebracht in een nv. De rechtbank oordeelde dan ook dat de Belastingdienst de vbi-status voor de nv vroeg genoeg had laten ingaan.
Wet: artikel 6a, Vpb 1969
Besluit: Besluit van 16 september 2008, nr. CPP2008/1626
Meer informatie: Rechtbank Haarlem, 20 november 2012 (gepubliceerd 29 januari 2013), LJN: BY9774
Geef een reactie