De Eerste Kamer heeft dinsdag 25 juni de Wet betaalbare huur aangenomen. De wet treedt op 1 juli 2024 in werking. Huurders kunnen vanaf dat moment een beroep gaan doen op de wet. Wel is er een termijn afgesproken tot 1 januari 2025 waarin gemeenten zich kunnen voorbereiden op de handhaving.
Het wetsvoorstel wijzigt meerdere wetten in verband met de regulering van huurprijzen en de bescherming van rechten van huurders. Hiermee kunnen volgens het kabinet meer mensen een betaalbare huurwoning krijgen met een huurprijs die past bij de kwaliteit van de woning.
De gereguleerde huur wordt met deze wet uitgebreid naar huurwoningen in het middensegment tot en met 186 punten die volgens het WWS maximaal € 1.123 per maand gaan kosten. Huurders in het middensegment krijgen hiermee toegang tot de Huurcommissie voor geschillen over onder meer de huurprijs, servicekosten of het onderhoud aan de woning. De regulering van de middenhuur gaat gelden voor nieuwe huurcontracten zolang daar noodzaak toe is en wordt iedere vijf jaar geëvalueerd.
Aangenomen moties
- De motie-Kemperman c.s. verzoekt de minister om uiterlijk een jaar na inwerkingtreding van de wet met een eerste monitoring te komen over de ontwikkeling van het aanbod van huurwoningen in het middensegment en hierin het aantal verkopen van huurwoningen te betrekken.
- De motie-Van Rooijen constateert dat fiscaal beleid rond vastgoedinvesteringen en woonbeleid niet in samenhang functioneren, en verzoekt de regering om in kaart te brengen op welke manier de overdrachtsbelasting voor beleggers substantieel verlaagd kan worden zodat investeringen in woningen een extra impuls krijgen.
- De motie-Rietkerk c.s. verzoekt de regering om voor beschermde dorps- en stadgezichten een forfaitaire maximale prijsopslag van 5% te introduceren in het woningwaarderingsstelsel (WWS).
- De motie-Rietkerk c.s. verzoekt de regering om de gemeentelijke handhaving alsmede de verplichte puntentelling voor verhuurders per 1 januari 2025 in werking te laten treden, om zodoende gemeenten en verhuurders zes maanden extra tijd te geven om zich voor te bereiden op de uitvoering van de Wet betaalbare huur.
- De motie-Talsma c.s. verzoekt de regering zich in Europees verband blijvend te beijveren voor een wijziging van het Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) Vrijstellingsbesluit 2012, zodat subsidies en garanties bij de bouw van woningen in het middensegment in de toekomst zullen zijn toegestaan en de Kamer hierover te informeren. Ook deze motie had het advies ‘Oordeel Kamer.’
- De motie-Van Rooijen overweegt dat in de Wet Betaalbare Huur is opgenomen dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties binnen vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag zendt over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk; en verzoekt de regering zulk een verslag binnen drie jaar aan de Staten-Generaal te zenden.
Geef een reactie