Het eigen verkoopcijfer van een onroerende zaak blijkt een veel nauwkeuriger indicatie van de marktwaarde te zijn, dan de verkoopwaarde van vergelijkingsobjecten. Wel dient op het verkoopcijfer een aantal correcties plaats te vinden.
Een GmbH had de eigendom van een kantoorpand in Nederland. Toen de GmbH in hoger beroep ging omdat zij het niet eens was met de WOZ-beschikking van de gemeente, oordeelde Hof Den Haag dat het eigen verkoopcijfer van een pand de beste indicatie was van de marktwaarde. Men hoeft het eigen verkoopcijfer niet te corrigeren voor verschillen in bouwjaar, inhoud en/of oppervlakte. Een correctie voor aanbouwen, ligging, onderhoud, kwaliteit, uitstraling en andere relevante verschillen tussen het te waarderen pand en de vergelijkingsobjecten kan eveneens achterwege blijven. Met de prijsontwikkeling op de vastgoedmarkt moest nog wel rekening worden gehouden. Een andere correctie waarmee rekening moest worden gehouden was het feit of het pand al dan niet was verhuurd. Het hof handhaafde de WOZ-waarde zoals eerder vastgesteld door de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond.
Wet: artikel 22 Wet WOZ
Meer informatie: Hof Den Haag 25 januari 2017 (gepubliceerd op 26 januari 2017), ECLI:NL:GHDHA:2017:103
Geef een reactie