Een eindheffing over de stille reserves bij emigratie of wanneer de belastingplichtige ophoudt in Nederland belastbare winst te genieten is niet in strijd met de vrijheid van kapitaalverkeer. Deze regels vallen onder de standstill-bepaling van artikel 57 EG-Verdrag. Dit heeft de Hoge Raad beslist.
Een bv gevestigd te Curaçao bezat een effectenportefeuille waarvan de waarde in het economisch verkeer boven de boekwaarde lag. In 2001 was de feitelijke leiding van de bv verplaatst naar de Nederlandse Antillen. In geschil was of de heffing over de stille reserves van de effectenportefeuille op het moment van de zetelverplaatsing in strijd was met het vrije verkeer van kapitaal. De Hoge Raad verwees naar de standstill-bepaling uit het EG-Verdrag. Volgens de Hoge Raad houdt de standstill-bepaling in dat nationale regels die al bestaan op 31 december 1993 niet in strijd zijn met het EG-recht. Dat geldt ook voor nationale regels die nadien zijn vastgesteld als zij voor een groot gedeelte identiek zijn aan de vroegere wetgeving (van voor 31 december 1993). In dit geval waren de regels die leiden tot eindheffing op de voornaamste punten identiek aan de regels zoals deze golden in 1993. De eindheffing was dan ook door toepassing van de standstill-bepaling niet in strijd met de vrijheid van kapitaal verkeer. De Belastingdienst mocht gewoon heffen over de stille reserves.
Wet: artikel 15c en 15d Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Meer informatie: Hoge Raad, 13 januari 2012, LJN: BV0641
Geef een reactie