De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft diverse vragen gesteld over de voorgestelde Wet spoedreparatie fiscale eenheid. De staatssecretaris van Financiën is op deze vragen ingegaan in de nota naar aanleiding van het verslag wetsvoorstel Spoedreparatie fiscale eenheid.
Zo wil de NOB weten of onder de nieuwe wet een winstcorrectie plaatsvindt bij de moedermaatschappij bij samenloop van de renteaftrekbeperking bij besmette handelingen en de fiscale eenheid. Dit is vooral van belang als de besmette schuld zich op het niveau van de dochtermaatschappij bevindt. Deze is immers niet zelfstandig aangifteplichtig voor de vennootschapsbelasting. De staatssecretaris bevestigt dat de winstcorrectie plaatsvindt. Verder bevestigt hij de stelling van de NOB dat de volgende drie situaties binnen het bereik van de spoedreparatiemaatregel vallen:
- De artikel 10a-schuld is verschuldigd aan een verbonden schuldeiser buiten de fiscale eenheid én de rechtshandeling heeft plaatsgevonden tussen de gevoegde maatschappijen (maatschappijen binnen de fiscale eenheid).
- De artikel 10a-schuld is verschuldigd binnen de fiscale eenheid aan een gevoegde maatschappij én de rechtshandeling heeft plaatsgevonden buiten de fiscale eenheid.
- De artikel 10a-schuld is verschuldigd binnen de fiscale eenheid aan een gevoegde maatschappij en de rechtshandeling heeft plaatsgevonden tussen gevoegde maatschappijen.
Samenloop met bovenmatige deelnemingsrente
De NOB wil bovendien weten wat de gevolgen zijn van het wegdenken van de fiscale eenheid voor de aftrek van bovenmatige deelnemingsrente. Zie voor meer over deze renteaftrekbeperking: ‘Per-elementbenadering ziet ook op deelnemingsrenteaftrek’. De staatsecretaris antwoordt dat de fiscale eenheid met ingang van 1 januari 2018 wordt geacht nooit te hebben bestaan voor het toepassen van de renteaftrekbeperking. In tegenstelling tot wat de NOB suggereert, is geen sprake van een fictieve ontvoeging. Daardoor moet men de oorspronkelijke verkrijgingsprijs van de deelneming als uitgangspunt nemen. Maar transacties in de deelnemingssfeer na verwerving van een deelneming zijn wel van invloed op de omvang van de verkrijgingsprijs van die deelneming. Verder wijst de staatssecretaris erop dat het wegdenken van de fiscale eenheid ook alle deelnemingsverhoudingen binnen de fiscale eenheid zichtbaar maakt. Daardoor is de hoogte van de verkrijgingsprijs van de deelnemingen bij de aandeelhouder van invloed op de omvang van zijn eigen vermogen voor de toepassing van deelnemingsrenteaftrekbeperking. Onder bepaalde omstandigheden kan dat tot gevolg hebben dat het eigen vermogen van de aandeelhouder toeneemt. De toename van het eigen vermogen kan in bepaalde gevallen leiden tot een lagere deelnemingsschuld. Zo kan het wegdenken van de fiscale eenheid bij de deelnemingsrenteaftrekbeperking soms ertoe leiden dat een lager bedrag aan rente in aftrek wordt beperkt dan het geval zou zijn zonder deze toepassing.
Wet: art. 10a, 13l en 15 Wet Vpb 1969
Zie ook: Nota verslag wetsvoorstel spoedreparatie fiscale eenheid
Meer informatie: ministerie van Financiën 2 november 2018, 34959
Geef een reactie