Bij een erfenis gaan niet alleen de bezittingen van de overledene over op de erfgenamen, maar (meestal) ook de schulden en overige verplichtingen. Dit kan onder meer tot gevolg hebben dat erfgenamen ook bedragen fiscaal in aftrek kunnen brengen die de overledene eerder in aftrek kon brengen.
In een zaak bij het gerechtshof was sprake van een overleden grootmoeder die kort voor haar overlijden de (notariële) verplichting op zich had genomen jaarlijks uitkeringen te doen aan een goeddoelstichting. Deze periodieke uitkering bestond uit een jaarlijkse uitkering van 16.000 certificaten in een naamloze vennootschap en was afhankelijk van het leven van grootmoeder én een zoon. De grootmoeder nam ook op zich om het door de stichting verschuldigde schenkingsrecht te betalen. In 2002 overleed de grootmoeder. Haar erfgenamen (de kinderen en kleinkinderen) aanvaardden de erfenis en zetten de periodieke uitkeringen aan de stichting voort. Wel waren zij hier een beetje laat mee, zodat in 2003 zowel de uitkering van 2002 als van 2003 werd gedaan. De inspecteur wilde vervolgens aan (één van) de erfgenamen in 2003 geen aftrek in de inkomstenbelasting toestaan voor de periodieke uitkering en het aandeel in het verschuldigde schenkingsrecht.
Het gerechtshof oordeelde dat de erfgenamen zowel de periodieke uitkering als het verschuldigde schenkingsrecht in aftrek op hun inkomen mochten brengen. Het feit dat de uitkering van 2002 pas in 2003 werd uitbetaald, maakte niet uit voor het ‘vaste en gelijkmatige’ karakter van de uitkering. Daarvoor was in beginsel bepalend wat in de oorspronkelijke schenkingsovereenkomst was opgenomen. Verder stelde het hof dat het vereiste van ‘vrijgevigheid’ geen zelfstandig vereiste is voor de aftrekbaarheid van periodieke giften. Of de erfgenamen de uitkering nu wel of niet uit (eigen) vrijgevigheid deden, maakte dus in feite niet uit. Voor wat betreft de omvang van het in aftrek te brengen bedrag vond het gerechtshof wel dat de erfgenamen moesten uitgaan van de (lagere) actuele waarde van de naamloze vennootschap waarvan de certficaten werden geschonken in plaats van de (hogere) waarde bij het sluiten van de schenkingsovereenkomst.
Meer informatie: Hof Den Haag, 28 december 2011, LJN: BV6997
Geef een reactie