De staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de Tweede Kamer een rapport gestuurd. Dit rapport is opgesteld naar aanleiding van de evaluatie van de 30%-regeling, de extraterritoriale kostenregeling en de partiële buitenlandse belastingplicht.
Kort samengevat stelt het rapport dat de 30%-regeling doeltreffend is door het aantrekken van kennismigranten. Daarmee levert de regeling een bijdrage aan het vestigingsklimaat. De 30%-regeling verlaagt de administratieve lasten voor gebruikers en uitvoeringslasten voor de Belastingdienst, ten opzichte van het vergoeden van werkelijke kosten. De stapeling van wijzigingen heeft de lasten echter sterk verhoogd. De verwachting is dat een aanzienlijk deel van de 30%-gebruikers zal overstappen op de extraterritorialekostenregeling (ETK-regeling). De afbouw van het 30%-forfait maakt de ETK-regeling namelijk fiscaal gunstiger. Het vergoeden van werkelijke kosten betekent een sterke stijging van de administratieve lasten.
Partiële buitenlandse belastingplicht
De partiële buitenlandse belastingplicht is niet doeltreffend in het aantrekken van vermogende kennismigranten door het voorkomen van hogere belastingheffing. Een aanvullende heffing in box 2 of box 3 ten opzichte van het land van herkomst is voor de meeste 30%-gebruikers geen fiscale belemmering om naar Nederland te komen. Het fiscale voordeel van de 30%-regeling is voor de overgrote meerderheid groter dan de som van de werkelijk gemaakt extraterritoriale kosten en aanvullende vermogensheffing in Nederland. Bij afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht is het voor vermogende werknemers door de 30%-regeling nog steeds aantrekkelijk om naar Nederland te komen.
ETK-regeling
De ETK-regeling is deels doeltreffend door niet-gebruik, zo stelt het rapport. De regeling werkt goed voor het vergoeden van huurlasten en levensonderhoudskosten, vooral door toepassing van de convenanten. Zo voorkomt de regeling dat de vergoeding die gebruikers ontvangen voor deze gemaakte kosten met een overwegend zakelijk karakter belast wordt als loon, waarmee een fiscaal ongelijk speelveld tussen ETK-gebruikers en andere werknemers deels wordt opgeheven. Het niet-gebruik volgt vooral uit de hoge administratieve lasten voor het vergoeden van reiskosten en huurlasten in het geval dat de werkgever niet de huisvesting organiseert. Het niet-gebruik maakt dat dit fiscaal ongelijke speelveld nog deels van kracht is.
Wet: art. 2.6 Wet IB 2001 en art. 31a, negende lid Wet LB
Bron: Ministerie van Financiën van 14 juni 2024, nr. 2024-0000350935
Geef een reactie