Staatssecretaris Weekers heeft op verzoek van de Commissie voor Financiën de alternatieven voor een financiële transactiebelasting (FTT) naar de Eerste Kamer gestuurd. De regering meent op Europees niveau een alternatief te hebben gevonden en noemt het coördineren van de bankenbelasting als de meest wenselijke stap.
Het verzoek van de Commissie kwam voort uit het feit dat het CPB, DNB en de AFM zich negatief hebben uitgelaten over het voorstel en de effecten voor Nederland, terwijl een jaar eerder het IMF al wees op tekortkomingen van een FTT. Op basis van deze oordelen heeft het kabinet besloten een aantal alternatieven te identificeren. Hieronder worden de waarderingen voor deze alternatieven uiteen gezet.
Financiële activiteitenbelasting (FAT)
Verschillende soorten belastingen kunnen onder een FAT worden verstaan. Doorgaans wordt hiermee gedoeld op een belasting op lonen en winsten in de financiële sector, zoals geopperd door het IMF. De gedachte achter de FAT is dat hiermee marktfalen en marktverstoringen in de sector kunnen worden aangepakt. Zo zou een belasting op excessieve lonen en excessieve winsten van banken de prikkel om risico’s te nemen kunnen verkleinen. De opbrengst van extra risico voor zowel aandeelhouders als werknemers is dan immers kleiner. Hoewel zo’n belasting enige corrigerende werking vooraf zou kunnen hebben, kleven hier ook belangrijke bezwaren aan. Zo is het moeilijk goed te bepalen wanneer sprake is van normale dan wel excessieve lonen en winsten. Ook bestaat de kans dat door winsten en lonen te belasten juist die banken geraakt worden die vanwege goed beleid en risicobeheer goed de crisis zijn doorgekomen.
Btw-heffing op financiële diensten
Op dit moment zijn bepaalde financiële diensten vrijgesteld van een BTW-heffing. Deze BTW-vrijstelling is verplicht en geldt voor de hele Europese Unie. Een BTW-heffing op deze diensten zou de afwijkende behandeling van financiële diensten ten opzichte van andere diensten recht trekken. De vrijstelling van de financiële diensten is echter niet zonder reden. Het is namelijk bij financiële diensten zeer lastig om een maatstaf van BTW-heffing te bepalen, zeker als de financiële dienst wordt verhandeld door een keten van financiële intermediairs.
Stamp Duty
Het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft naast een bankenbelasting ook een andere financiële sectorbelasting in de vorm van een Stamp Duty. Deze Stamp Duty wordt geheven als aandelen, die oorspronkelijk zijn uitgegeven in het VK, worden verhandeld. Het maakt voor de heffing van de Stamp Duty niet uit of dat aandeel in het VK of buiten het VK is verhandeld. In beide gevallen vindt de heffing onverkort plaats. Hierdoor heeft de Stamp Duty een wereldwijde werking. Het tarief is 0,5% over de waarde van de transactie. De inning vindt plaats door de elektronische effecten-afwikkelorganisatie (CREST) van de London Stock Exchange. De Stamp Duty is zo vormgegeven dat in feite alleen de eindgebruikers worden belast en niet de financiële instellingen. De Stamp Duty mist zodoende, anders dan de bankenbelasting en de FTT, het doel om de financiële sector een bijdrage te laten leveren aan de publieke middelen. Verder heeft Nederland geen effecten-afwikkelorganisatie die vergelijkbaar is met CREST. Voor de uitvoering van een Stamp Duty zal het opzetten van een dergelijk systeem noodzakelijk zijn.
Gecoördineerde bankenbelasting
De op 1 oktober jl. ingevoerde bankenbelasting heeft als belastingbasis het totaal van schulden van banken met een balanstotaal boven de 20 miljard euro, waarbij onder andere deposito’s, die op grond van het depositogarantiestelsel voor dekking in aanmerking komen, zijn uitgezonderd. Hierdoor betalen grotere banken een hogere belasting, wat past bij de grotere risico’s voor de overheidsbegroting van een groter bankfaillissement volgend uit de impliciete overheidsgarantie. Daarnaast is het belastingpercentage hoger voor de kortlopende schulden. Dit draagt bij aan de financiële stabiliteit, omdat dit de kosten van korte, en dus meer risicovolle, financiering verhoogt.
Niet alleen Nederland, maar vele andere Europese lidstaten hebben een dergelijke bankenbelasting ingevoerd. Een logische vervolgstap zou daarom zijn om de bankenbelasting op Europees niveau te coördineren. Dit voorkomt dat tussen alle lidstaten multilaterale verdragen gesloten moeten worden om dubbele belastinginning te voorkomen. Een bijkomend groot voordeel van een dergelijk initiatief is dat er geen bevoegdheden aan de EU worden overgedragen, en dat er een gelijk speelveld wordt gecreëerd.
Meer informatie: Brief aan de Eerste Kamer over alternatieven op de financiële transactie belasting
Geef een reactie