De Europese Commissie heeft een tijdelijke kaderregeling aangenomen zodat lidstaten de door de staatssteunregels geboden flexibiliteit volledig kunnen benutten om de economie te ondersteunen in verband met de uitbraak van COVID-19.
De tijdelijke kaderregeling komt bovenop de bestaande staatssteunregels op grond waarvan de lidstaten al heel wat andere ondersteuningsmaatregelen kunnen nemen om ervoor te zorgen dat er voor alle soorten bedrijven voldoende liquiditeit beschikbaar blijft en dat de economische activiteit tijdens en na de uitbraak van COVID-19 doorgaat.
De tijdelijke kaderregeling voorziet in vijf soorten steun:
(i) Rechtstreekse subsidies, selectieve belastingvoordelen en voorschotten: de lidstaten kunnen regelingen opzetten om aan een bedrijf maximaal € 800 000 toe te kennen om in zijn dringende liquiditeitsbehoeften te voorzien.
(ii) Overheidsgaranties voor leningen die door bedrijven bij banken worden genomen: de lidstaten kunnen overheidsgaranties verlenen om ervoor te zorgen dat banken leningen blijven verstrekken aan de klanten die deze nodig hebben.
(iii) Gesubsidieerde overheidsleningen voor bedrijven: de lidstaten kunnen bedrijven leningen met gunstige rentevoeten verstrekken. Deze leningen kunnen bedrijven helpen om dringende werkkapitaal- en investeringsbehoeften te dekken.
(iv) Waarborgen voor banken die staatssteun naar de reële economie doorleiden: sommige lidstaten zijn van plan voort te bouwen op de bestaande leencapaciteit van de banken en hen te gebruiken als een kanaal voor steun aan bedrijven, met name aan kleine en middelgrote ondernemingen. De kaderregeling maakt duidelijk dat dergelijke steun wordt beschouwd als rechtstreekse steun aan de klanten van de banken en niet aan de banken zelf, en geeft richtsnoeren om ervoor te zorgen dat de concurrentie tussen banken zo weinig mogelijk wordt verstoord.
(v) Kortlopende exportkredietverzekering: De kaderregeling voorziet in extra flexibiliteit voor het bewijs dat bepaalde landen niet-verhandelbare risico’s inhouden, waardoor de staat waar nodig kortlopende exportkredietverzekering kan verstrekken.
De tijdelijke kaderregeling vormt een aanvulling op de vele andere mogelijkheden waarover de lidstaten op grond van de EU-staatssteunregels reeds beschikken om de sociaaleconomische gevolgen van de uitbraak van COVID-19 te verzachten. De kaderregeling is van kracht tot eind december 2020. Met het oog op de rechtszekerheid zal de Commissie vóór die datum beoordelen of de kaderregeling moet worden verlengd.
Meer informatie: Europese commissie, 19 maart 2020
Geef een reactie