Hof Amsterdam heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (EU) gevraagd of een bv de btw op werkzaamheden voor een verbonden pensioenlichaam mag aftrekken. Mocht dat niet het geval zijn, dan is de vraag of beheerprestaties voor een pensioenmaatschappij zijn vrijgesteld van btw.
Deze vragen kwamen op nadat een bv die glasvezels produceerde in de jaren 2001 en 2002 diverse overeenkomsten had afgesloten met dienstverleners. In deze overeenkomsten kwamen de partijen overeen dat de dienstverleners werkzaamheden zouden verrichten voor een gelieerd pensioenlichaam. De bv had haar werknemerspensioenen ondergebracht bij dat pensioenlichaam. De werkzaamheden bestonden onder andere uit de administratie van de pensioenen en het vermogensbeheer van het pensioenfonds. De glasvezelproducent betaalde de facturen inclusief de daarover berekende btw zonder dit door te berekenen aan het pensioenlichaam. De bv wilde de btw aftrekken, maar de inspecteur ging daarmee niet akkoord. Hof Amsterdam vroeg zich af of men mag uitgaan van een rechtstreeks en direct verband tussen de gebruikte diensten en de btw-belaste handelingen van een btw-ondernemer. Daarbij speelde een rol dat de ondernemer deze diensten had afgenomen in verband met de verplichte werknemerspensioenregeling, die was ondergebracht in een pensioenfonds. Zou het rechtstreekse en directe verband ontbreken, dan zou een tweede vraag opkomen: moesten de werkzaamheden met betrekking tot het beheer en de bedrijfsvoering van een pensioenfonds vrijgesteld zijn van btw? De werkzaamheden zouden zijn vrijgesteld als een pensioenfonds kwalificeerde als een gemeenschappelijk beleggingsfonds, maar was dat ook zo? Hof Amsterdam wilde eerst het antwoord op deze vragen horen van het Hof van Justitie van de EU en heeft de zaak geschorst. De zaak van de glasvezelproducent heeft dus nog wat ‘losse draadjes’.
Wet: artikelen 11, eerste lid, onderdeel i sub 3° en 15, eerste lid OB 1968
Meer informatie: Hof Arnhem, 3 januari 2012 (gepubliceerd 20 maart 2012), LJN: BV9301
Geef een reactie