
Staatssecretaris Van Oostenbruggen informeert de Tweede Kamer over de evaluatie naar de doelstellingen, huidige wet- en regelgeving en uitvoerings- en handhavingspraktijk van woonplaatsonderzoeken.
In de evaluatie komt naar voren dat de open wettelijke norm van artikel 4 AWR, de brede wettelijke informatiebevoegdheden en de toenemende internationale regelgeving over gegevensuitwisseling de Belastingdienst voldoende ruimte geeft om alle feiten en in aanmerking komende omstandigheden mee te wegen voor maatwerk. De evaluatie geeft daarom op dit moment geen directe aanleiding om aanpassingen te doen in wet- en regelgeving. Wel worden in de uitvoerings- en handhavingspraktijk verschillende aandachtspunten gesignaleerd:
– het soms niet of zeer beperkt meewerken van belanghebbenden aan een informatieverzoek van de inspecteur, en
– de uniforme werkwijze bij het uitvoeren van woonplaatsonderzoeken. Wat betreft het aandachtspunt inzake uniforme werkwijze; deze is reeds ondervangen door de ingevoerde Instructie Woonplaatsonderzoeken. Hiermee is een uniform waarborgenkader ingeregeld voor de uitvoering van woonplaatsonderzoeken.
(Pre)consultatie onderzoek informatiebeschikking
Uit de evaluatie komt naar voren dat behoefte bestaat om te bezien of de informatiepositie van de inspecteur aanvullend verbeterd kan worden als het gaat om woonplaatsonderzoeken waarbij een belanghebbende niet of zeer beperkt meewerkt aan een informatieverzoek. In de evaluatie wordt in dat kader verwezen naar een onderzoek naar de werking van de informatiebeschikking waar de Kamer begin 2024 over is geïnformeerd. Bij dat onderzoek wordt gekeken naar mogelijke oplossingsrichtingen voor de eerder vastgestelde knelpunten bij de informatiebeschikking, zoals de lange doorlooptijd van de informatiebeschikkingsprocedure. In het voorjaar van 2025 wordt een beleidsdocument in (pre)consultatie gebracht waarin de oplossingsrichtingen worden geconsulteerd.
Geef een reactie