Om ondernemers te stimuleren te investeren in bedrijfsmiddelen die het productieproces duurzamer en milieuvriendelijker maken, is de milieu-investeringsaftrek ingevoerd. Deze aftrek bestaat naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Jaarlijks wordt de lijst met goedgekeurde investeringen aangepast. De huidige Milieulijst vermeldt ook bedrijfsmiddelen met doelvoorschriften die in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek.
Milieu-investeringsaftrek
Als een ondernemer voor eigen rekening een onderneming drijft en in een kalenderjaar investeert in bedrijfsmiddelen die zijn aangewezen als milieu-investeringen, mag hij de milieu-investeringsaftrek (MIA) toepassen. Het moet hierbij gaan om bedrijfsmiddelen die niet eerder zijn gebruikt. De MIA is een extra vermindering die de ondernemer op zijn belastbare winst mag toepassen. De MIA kan wel samenlopen met de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, maar niet met de energie-investeringsaftrek (EIA).
Milieu-investeringen
Welke investeringen kwalificeren als milieu-investeringen, kan men vinden in de zogeheten Milieulijsten die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks (RVO.nl) publiceert. Voor 2017 zal de ondernemer dus de Brochure en Milieulijst 2017 erbij moeten pakken. En ook antwoorden op Kamervragen kunnen soms meer helderheid geven over welke bedrijfsmiddelen in aanmerking komen voor de MIA. Zo bevestigde de staatssecretaris van Economische Zaken dat men voor investeringen in vrijloopstallen in aanmerking kan komen voor de MIA.
Bedrijfsmiddelen met doelvoorschriften
De Milieulijst 2017 maakt onderscheid tussen specifiek omschreven bedrijfsmiddelen en bedrijfsmiddelen met doelvoorschriften. Bedrijfsmiddelen met doelvoorschriften stonden eerder bekend onder de naam generieke bedrijfsmiddelen. Bij bedrijfsmiddelen met doelvoorschriften is de te leveren prestatie richtinggevend. De overheid heeft bewust gekozen om een exacte technische omschrijving achterwege te laten. Dit biedt de ondernemer meer ruimte voor innovatie en het verduurzamen van zijn productieproces.
Advieskosten
De kosten van een advies kunnen eveneens kwalificeren als een milieu-investering als dit advies betrekking heeft op:
- een vermindering van emissies. Het gaat dan om emissies die worden veroorzaakt door bestaande en toekomstige activiteiten in een bestaand object. De onderneming moet dit object ook beheren;
- het ontwikkelen en aanpassen van processen en producten die leiden tot een vermindering van de belasting van het milieu.
Het advies moet (mede) zien op de aangewezen investering en voldoen aan bij ministeriële regeling te stellen eisen. Daarnaast geldt als voorwaarde dat het advies betrekking heeft op een kleine of middelgrote onderneming. In dit kader is sprake van een kleine of middelgrote onderneming als de onderneming minder dan 250 werknemers heeft en:
- een jaaromzet van maximaal € 40 miljoen; of
- een jaarlijks balanstotaal van maximaal € 27 miljoen.
In beginsel mogen geen grote ondernemingen 25% of meer van de aandelen in de kleine of middelgrote onderneming hebben.
Hoogte MIA
De investeringen in de Milieulijst zijn onderverdeeld in drie categorieën. De MIA bedraagt:
- 36% van het investeringsbedrag voor milieubedrijfsmiddelen die behoren tot categorie I;
- 27% van het investeringsbedrag voor milieubedrijfsmiddelen die behoren tot categorie II; en
- 13,5% van het investeringsbedrag voor milieubedrijfsmiddelen die behoren tot categorie III.
Uitgesloten bedrijfsmiddelen
Bepaalde bedrijfsmiddelen zijn uitgesloten van de investeringsaftrek. Specifiek van de MIA (en trouwens ook van de EIA) uitgesloten zijn bedrijfsmiddelen die zijn bestemd om (in)direct ter beschikking te worden gesteld aan:
- niet in Nederland wonende natuurlijke personen of gevestigde lichamen; of
- natuurlijke personen of lichamen voor het drijven van (een gedeelte van) een onderneming waarvan de winst valt onder een regeling ter voorkoming van dubbele belasting.
Investeringen van minder dan € 2.500 komen evenmin in aanmerking voor de MIA en EIA. Investeringen in woonhuizen, woonschepen en personenauto’s die niet zijn bestemd voor beroepsvervoer op de weg zijn uitgesloten van de alle vormen van investeringsaftrek behalve de MIA.
Wet: artikelen 3.42a en 3.45, derde en vierde lid Wet IB 2001
Verordening: bijlage I Verordening EG 70/2001
Meer informatie: ministerie van Economische Zaken 8 juni 2017, DGAN-DAD / 17080392
Geef een reactie