De termijn van zes maanden volgens de Achtste btw-Richtlijn voor indiening van een BTW-teruggaafverzoek door buitenlandse belastingplichtigen is een fatale termijn. Na het verstrijken van deze termijn vervalt het recht op teruggaaf. Dit heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald.
De termijn van zes maanden volgens de Achtste btw-Richtlijn voor indiening van een BTW-teruggaafverzoek door buitenlandse belastingplichtigen is een fatale termijn. Na het verstrijken van deze termijn vervalt het recht op teruggaaf. Dit heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald.
Ondernemers kunnen op grond van de Achtste btw-Richtlijn de btw terugkrijgen die zij aan een leverancier in een andere EU-lidstaat hebben betaald. Zij moeten hiervoor een BTW-teruggaafverzoek indienen bij de Belastingdienst, die dit vervolgens doorstuurt naar de desbetreffende buitenlandse belastingdienst. Het is daarbij van belang dat de ondernemer dit verzoek tijdig indient. Volgens de Achtste btw-Richtlijn moet dit verzoek in ieder geval uiterlijk zes maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting verschuldigd is geworden binnen zijn.
Fatale termijn
In de zaak voor het Hof maakte de rechter duidelijk dat de termijn van zes maanden een fatale termijn is. Volgens het Hof blijkt uit artikel 7, maar vooral uit Bijlage C punt B van de Achtste btw-Richtlijn dat de termijn van zes maanden niet slechts indicatief is. Deze uitleg was volgens het Hof ook in lijn met de algemene opzet en de doelstelling van de richtlijn, namelijk een eind maken aan de verschillen tussen de bepalingen die in de lidstaten gelden, die soms verleggingen van het handelsverkeer en verstoringen van de mededingingsverhoudingen veroorzaken.
Termijnverlenging
Het Hof merkte nog op dat de lidstaten bij de vaststelling van artikel 15, lid 1, eerste zin, van richtlijn 2008/9 de termijn van zes maanden met drie maanden hebben verlengd. Hieruit was volgens het Hof af te leiden dat de lidstaten ook zelf ervan uitgingen dat de termijn van zes maanden een fatale termijn is. De verlenging van een termijn is namelijk in het algemeen alleen nodig wanneer het verstrijken ervan leidt tot het verval van het recht dat vóór het einde van deze termijn had moeten worden uitgeoefend.
Wet: artikel 7 Achtste BTW-Richtlijn, artikel 32l Wet OB 1968
Meer informatie: Hof van Justitie van de Europese Unie, 21 juni 2012, C‑294/11
Geef een reactie