Uit een uitspraak van Hof Amsterdam blijkt dat de gebruikelijkloonregeling ook van toepassing is als de dga alleen een onkostenvergoeding ontvangt.
Een vrouw verrichtte werkzaamheden voor een B.V. waarvan zij minstens 5% van de aandelen hield. Over het jaar 2015 ontving zij niets voor haar werkzaamheden behalve onkostenvergoedingen voor een totaalbedrag van € 1.830. De Belastingdienst verhoogde het fiscale inkomen van de dga op grond van de gebruikelijkloonregeling met € 27.500. De vrouw betwist de juistheid van deze correctie voor het hof. Om te beginnen heeft zij maar minimaal werkzaamheden verricht voor de B.V. Bovendien kan vanwege het ontbreken van loon geen sprake zijn van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Daardoor blijft volgens de vrouw de gebruikelijkloonregeling buiten beschouwing.
Forfaitaire dienstbetrekking
Het hof verwerpt de argumenten van de vrouw. Vanwege haar aanmerkelijk belang in de B.V. is in ieder geval sprake van een forfaitaire dienstbetrekking. Daardoor is de gebruikelijkloonregeling van toepassing. Volgens het hof is niet van belang dat de werkzaamheden minimaal zijn geweest. De dga maakt namelijk niet aannemelijk dat onder gewone omstandigheden een lager bedrag dan € 27.500 gebruikelijk is. De B.V. leidt evenmin structurele verliezen die nopen tot een verlaagd gebruikelijk loon. De inspecteur heeft het gebruikelijk loon niet op een te hoog bedrag vastgesteld.
Wet: art. 4, onderdeel d en 12a Wet LB 1964
Besluit: art. 2h Uitv.besl. LB 1965
Masterclass DGA in de loonheffingen
Wilt u meer weten over de dga en loonheffing? Volg dan de Masterclass op woensdag 1 april 2020 van mr. Touria El Ouardi.
Geef een reactie