De voordelen uit aanmerkelijk belang (ab) bestaan uit reguliere voordelen en vervreemdingsvoordelen. Bij vervreemdingsvoordelen kan men als eerste denken aan het resultaat dat de ab-houder behaalt met de verkoop van zijn ab-aandelen. Maar de wetgever heeft ook een aantal rechtshandelingen aangemerkt als fictieve vervreemdingen.
Inkopen van aandelen
Als de bv waarin de aandeelhouder een aanmerkelijk belang houdt een of meer aandelen inkoopt, merkt de Belastingdienst dit ook aan als een vervreemding. Hetzelfde geldt voor het afkopen of inkopen van winstbewijzen die tot een aanmerkelijk belang behoren.
Genotsrecht
Soms is een ander dan de aandeelhouder gerechtigd tot de voordelen uit een aandeel. Als de aandeelhouder dat aandeel vervreemdt, wordt de genothebber geacht zijn genotsrecht te hebben vervreemd. Blijft de genotsgerechtigdheid in stand, dan is geen sprake van een fictieve vervreemding. Verder wordt een genotsrecht dat behoort tot het aanmerkelijk belang geacht te zijn vervreemd als het genotsrecht eindigt.
Juridische fusie en splitsing
Bij een juridische fusie of splitsing kan het vermogen van de ene vennootschap onder algemene titel overgaan naar een andere vennootschap. De aandeelhouder in de vennootschap die het vermogen overdraagt (en al dan niet ophoudt te bestaan) zal in beginsel van rechtswege aandeelhouder worden van de verkrijgende vennootschap. Ook in dit geval is sprake van een fictieve vervreemding. Een vergelijkbare situatie doet zich voor als de aandeelhouder bij een fusie of splitsing van rechtswege opties verkrijgt om aandelen of winstbewijzen in de overnemende vennootschap te verwerven.
Echtscheiding
In beginsel merkt de fiscus een overgang van ab-aandelen onder algemene titel aan als een fictieve vervreemding. Maar zowel een overgang krachtens huwelijksvermogensrecht als een verdeling van een huwelijksgemeenschap binnen twee jaren vanwege een echtscheiding leiden onder twee voorwaarden niet tot een fictieve vervreemding. Een voorwaarde is dat de verkrijger een binnenlands belastingplichtige moet zijn. Ten tweede mogen de verkregen aandelen niet tot het vermoeden van zijn onderneming of overige werkzaamheid behoren.
Overgang krachtens erfrecht
In beginsel tellen een overgang onder algemene titel en een overgang krachtens erfrecht onder bijzondere titel als fictieve vervreemdingen. De erfgenamen kunnen echter de fiscus verzoeken om een overgang krachtens erfrecht onder algemene of onder bijzondere titel niet aan te merken als een fictieve vervreemding. De inspecteur zal dit verzoek alleen honoreren als:
- de vennootschap waarop de aandelen of winstbewijzen betrekking hebben, een onderneming drijft of een medegerechtigdheid houdt. Als sprake is van een medegerechtigdheid, moet deze een rechtstreekse voortzetting zijn van een eerder gedreven onderneming van de B.V., terwijl de verkrijger van de aandelen de beherende vennoot is van de onderneming of alle aandelen houdt in de B.V. die optreedt als de beherende vennoot in de onderneming;
- de aandelen of winstbewijzen bij de erflater niet op grond van de meetrekregeling tot een aanmerkelijk belang behoorden;
- de verkrijger binnenlands belastingplichtige is; en
- de verkregen aandelen of winstbewijzen niet behoren tot het vermogen van een onderneming of overige werkzaamheid van de verkrijger.
In het geval van een overgang krachtens erfrecht onder bijzondere titel geldt bovendien de eis dat deze overgang moet plaatsvinden binnen twee jaren na het overlijden van de erflater. Alleen het deel van de overdrachtsprijs dat is toe te rekenen aan ondernemingsvermogen telt niet mee bij het vaststellen van fictieve vervreemdingsvoordelen. Het is ook onder voorwaarden mogelijk om binnen twee jaar na het overlijden van de erflater een verdeling van de nalatenschap niet aan te merken als fictieve vervreemding. Voor de overgang bij schenking geldt overigens een regeling die is te vergelijken met de regeling voor de overgang krachtens erfrecht. Een verschil is dat de verkrijger ook gedurende de 36 maanden vóór de schenking in dienstbetrekking bij de B.V. moet zijn.
Einde onderneming
Fictieve vervreemdingen kunnen aan de orde zijn als de B.V. wordt geliquideerd. Het betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen telt namelijk eveneens fiscaal als een vervreemding. Als de B.V. blijft bestaan maar haar onderneming inbrengt in het ondernemingsvermogen van een ander of in een overige werkzaamheid, stelt de fiscus ook dat sprake is van een vervreemding.
Overige fictieve vervreemdingen
Ten slotte merkt de Belastingdienst de volgende handelingen en situaties (per fictie) aan als vervreemdingen:
- het niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang;
- verzoeken om een fictief aanmerkelijk belang niet meer als zodanig aan te merken;
- het anders dan door overlijden ophouden binnenlands belastingplichtige te zijn, bijvoorbeeld door emigratie. Deze bepaling geldt niet als het gaat om een ab in een buitenlandse vennootschap en de binnenlandse belastingplicht van de aandeelhouder eindigt binnen acht jaren nadat hij in Nederland is gaan wonen, terwijl hij in de laatste 25 jaar hoogstens tien jaar in Nederland heeft gewoond;
- het verlenen van een koopoptie;
- het niet of niet langer toerekenen aan de belastingplichtige van tot een afgezonderd particulier vermogen (APV) behorende aandelen of winstbewijzen doordat de APV een redelijke winstbelasting moet betalen.
Nieuwe fictieve vervreemding
Als het Belastingplan 2017 wordt aangenomen, zal met terugwerkende kracht per 25 oktober 2016, 17.30 uur er een nieuwe fictieve vervreemding van ab-aandelen bijkomen. Deze nieuwe fictieve vervreemding doet zich voor als een lichaam waarin men een ab heeft de status van vrijgestelde beleggingsinstelling verkrijgt. Maar alleen als de fiscale claim positief is, vindt een fiscale afrekening plaats.
Wet: artikelen 4.16, 4.17, 4.17a, 4.17b, 4.17c en 4.18 Wet IB 2001
Meer informatie: Belastingplan 2017, 17 november 2016 (gepubliceerd 23 november 2016), 34552 nr. B
Geef een reactie