Rechtbank Zeeland-West-Brabant meent dat een reorganisatie op organisatorisch gebied de financiële positie van een vennootschap kan verbeteren waardoor haar schulden aan haar aandeelhouder zakelijk zijn. Als een reorganisatie alleen bestaat uit het omzetten van sommige schulden aan aandeelhouders in agiokapitaal, maakt dat de resterende schulden aan aandeelhouders niet zakelijk.
Een aandeelhouder had in 2011 aan zijn B.V., een holding, diverse bedragen uitgeleend. Medio januari 2012 legden de partijen de afspraken over de geldlening schriftelijk vast. De holding wist in de jaren tot en met 2013 ongeveer de helft van haar schuld af te lossen. De aandeelhouder wil de rest afwaarderen ten laste van zijn resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur meent dat het hier gaat om een lening die van het begin af aan al onzakelijk is geweest.
Geen zekerheden
De zaak komt voor de rechtbank. De Belastingdienst moet van de rechtbank bewijzen dat de lening op het moment van afsluiten onzakelijk was. De inspecteur voert aan dat de schuldeiser bij het verstrekken van de gelden geen zekerheden heeft bedongen. Hij had evenmin aflossingsvoorwaarden opgesteld anders dan een looptijd van de lening van tien jaar. Daarnaast waren de geconsolideerde resultaten van de holding en haar werkmaatschappijen in 2010 en 2011 negatief. Ook het eigen vermogen was op 1 januari 2010 minder dan negatief € 1,2 miljoen. De man wees erop dat het eigen vermogen minder negatief was geworden na een omzetting van andere schulden aan aandeelhouders in agiokapitaal. Maar de rechtbank vindt dat deze financiële reorganisatie geen reële verwachting schept dat de holding haar schulden zal aflossen. En uit niets blijkt dat een organisatorische reorganisatie heeft plaatsgevonden die de financiële positie van de holding verbetert. De rechtbank is het met de fiscus eens dat de man uit aandeelhoudersmotieven de holding een lening heeft verstrekt. Hij mag daarom de waardedaling van zijn vordering niet aftrekken.
Wet: art. 3.92, 3.94 en 3.95 Wet IB 2001
Bronnen: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27 december 2018 (gepubliceerd 5 april 2019), ECLI:NL:RBZWB:2018:7195 en Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27 december 2018 (gepubliceerd 5 april 2019), ECLI:NL:RBZWB:2018:7196
Geef een reactie