Het voorstel van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) om de wijzigingen van het Besluit fiscale eenheid 2003 (BFE 2003) terug te laten werken tot 9 december van vorig jaar is afgewezen. Dit blijkt uit een brief van de staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer.
De staatssecretaris ziet geen gat tussen de inwerkingtreding van de Wet Aanpassing fiscale eenheid op 9 december en de wijzigingen van het BFE 2003 op 1 januari 2017. De wijzigingen van het BFE 2003 sluiten aan bij de bestaande uitvoeringspraktijk en kunnen in die periode op verzoek overeenkomstig worden toegepast.
Statutaire timing bij voeging dochter met afwijkend boekjaar
De staatssecretaris bevestigt dat het mogelijk is een dochtermaatschappij te voegen in een fiscale eenheid voordat de boekjaren van de moeder- en dochtermaatschappij statutair gelijklopen.
Bredere verliesverrekening
De Orde meent dat een dochtermaatschappij die met ingang van haar oprichting is gevoegd in een zuster-fiscale eenheid of Papillon-fiscale eenheid betrokken moet kunnen worden in de verliesverrekening. Hiervoor ziet het kabinet geen aanleiding, omdat de (aangewezen) moedermaatschappij de belastingplichtige is waaraan de werkzaamheden en het vermogen van alle gevoegde dochtermaatschappijen wordt toegerekend. Tevens kan gekozen worden welke zustermaatschappij wordt aangewezen als moedermaatschappij.
Versoepeling liquidatieverliezen ook voor stakingsverliezen
Tot slot wordt bevestigd dat de regeling voor latente liquidatieverliezen van overeenkomstige toepassing is met de regeling voor latente stakingsverliezen.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 9 februari 2017
Geef een reactie