Het moment waarop de inspecteur de aanslag vaststelt is bepalend voor het antwoord op de vraag of hij wist of behoorde te weten dat de aangifte onjuist was. Dagtekening van de aanslag is daarbij niet relevant.
Een man deed op 8 maart 2015 digitaal aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2014. Met dagtekening 9 april 2016 legde de inspecteur de aanslag 2014 op in overeenstemming met de aangifte. Vervolgens vroeg de inspecteur de man op 14 maart 2017 om een onderbouwing van de opgevoerde zorgkosten en kosten levensonderhoud kinderen. Na het uitblijven van een reactie, legde de Belastingdienst een navorderingsaanslag over 2014 op met dagtekening 28 oktober 2017.
Ambtelijk verzuim?
Bij Rechtbank Noord-Holland is in geschil of de inspecteur wel een navorderingsaanslag kon opleggen. Volgens de belastingplichtige ontbrak een nieuw feit of was sprake van een ambtelijk verzuim.
Tijdstip vaststellen aanslag belangrijk
Het tijdstip waarop de inspecteur wist of behoorde te weten dat de aangifte onjuist was, is het moment van het vaststellen van de aanslag. Dit betekent dat in beginsel het ambtelijk verzuim niet kan zijn gelegen in een ‘fout’ van het belastingkantoor Apeldoorn. Er is wel een ambtelijk verzuim als de inspecteur invloed op verzending van de aanslag had kunnen uitoefenen.
Inspecteur had in actie moeten komen
De rechtbank vindt dat de inspecteur invloed op verzending van de aanslagen had kunnen uitoefenen. Er zit bijna een jaar tussen het vaststellen van de aanslag en verzending ervan. Voor dat lange tijdsverloop had de inspecteur geen verklaring. Er liep een onderzoek naar de gemachtigde van de man. Die gemachtigde had mogelijk onjuiste aangiften ingediend. De inspecteur had al tijdens dit onderzoek moeten controleren of er nog aanslagen verzonden moesten worden. De inspecteur gaf aan dat hij geen invloed had op verzending van de aanslagen. Ook dan had de inspecteur volgens de rechtbank de aanslagen zo spoedig mogelijk moeten laten verzenden of in ieder geval daarop aan moeten dringen. Er is sprake van een ambtelijk verzuim van de inspecteur.
Wet: art. 16 AWR
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 10 juli 2020 (gepubliceerd 20 juli 2020), ECLI:NL:RBNHO:2020:4992, AWB – 19 _ 2862
Geef een reactie