Definitieve aanslagen vennootschapsbelasting 2022 waarin voorheffingen worden verrekend, zijn mogelijk vertraagd. Dit vanwege automatiseringsproblemen bij het vaststellen van de beschikking voort te wentelen voorheffingen. Daarom verstuurt de Belastingdienst tijdelijk met de aanslag vennootschapsbelasting 2022 een losse brief met het bedrag van de voort te wentelen voorheffingen.
Tot en met 2021 kon een vennootschap de voorheffingen voor dividendbelasting en kansspelbelasting ook verrekenen als de vennootschap geen vennootschapsbelasting (Vpb) hoefde te betalen. Vanaf 2022 kan een vennootschap de voorheffingen alleen verrekenen met de vennootschapsbelasting die de vennootschap verschuldigd is.
Verschuldigde vennootschapsbelasting lager dan voorheffingen
Het bedrag aan voorheffingen is misschien hoger dan het bedrag dat de vennootschap moet betalen aan vennootschapsbelasting. Dan kan de vennootschap een deel van de voorheffingen niet meteen verrekenen. Maar de vennootschap kan dit deel in een later jaar wél verrekenen met de vennootschapsbelasting die de vennootschap dan moet betalen. Nog niet verrekende voorheffingen kan de vennootschap onbeperkt doorschuiven (voortwentelen) naar latere jaren.
Tijdelijk afzonderlijke brief met voor te wentelen voorheffingen
Door automatiseringsproblemen staat het bedrag aan voort te wentelen voorheffingen nog niet op de definitieve aanslag vennootschapsbelasting 2022. Daarom krijgt een vennootschap tijdelijk, tegelijk met de aanslag, een brief (beschikking) waarin de Belastingdienst het bedrag aan voort te wentelen voorheffingen vaststelt.
Geef een reactie