Als de indiener van een beroepschrift bij de rechtbank het griffierecht niet tijdig heeft betaald, verklaart de rechtbank in beginsel het beroep niet-ontvankelijk. De niet-ontvankelijkverklaring door de rechtbank blijft achterwege als de indiener niet in verzuim is geweest.
De rechtbank had een indiener van een beroepschrift niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. De reden was het niet tijdig betalen van griffierecht. Tegen deze uitspraak heeft de indiener verzet aangetekend. De indiener stelt in het verzetschrift dat PostNL haar werkwijze heeft veranderd door het coronavirus. Men mocht poststukken niet meer persoonlijk in ontvangst nemen. Het pand waarin de indiener zit, is een verzamelpand dat wordt gedeeld met meerdere bedrijven. De indiener weet niet aan wie de aangetekende nota griffierecht is afgegeven. Hij herkent de handtekening die te zien is in de gegevens van PostNL niet. Hij is van mening dat de afzender niet kan bewijzen dat hij de nota griffierecht heeft gehad.
Geen verzuim bij niet betaling griffierecht
Niet tijdige betaling van het griffierecht leidt volgens de rechtbank in beginsel tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep. Dit is anders als de indiener niet in verzuim is geweest. Op basis van de Track & Trace van PostNL oordeelt de rechtbank dat de herinneringsnota griffierecht op regelmatige wijze op het door gemachtigde opgegeven adres is aangeboden. Dan is het vervolgens aan de indiener van het verzetschrift om het aan de gegevens van PostNL ontleende vermoeden te ontzenuwen. De rechtbank is van oordeel dat belanghebbende hierin is geslaagd. Bij de rechtbank is twijfel ontstaan over de ontvangst of aanbieding van de nota griffierecht. Daarom moet worden aangenomen dat de nota niet op regelmatige wijze op het adres van de gemachtigde is aangeboden.
Wet: art. 8:41 Awb
Geef een reactie