In het besluit pensioenen internationale organisaties zijn de uitgangspunten geformuleerd die gepensioneerden van internationale organisaties kunnen gebruiken voor het vaststellen van hun belastbaar inkomen.
Inwoners van Nederland die een pensioenuitkering ontvangen van een internationale organisatie moeten over gedetailleerde informatie beschikken over de pensioenopbouw voor het vaststellen van hun belastbaar inkomen. Het gaat bijvoorbeeld om gepensioneerden van het Europees Octrooibureau (EOB), de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA en de NAVO. Gebleken is dat deze informatie meestal niet beschikbaar is. In het verleden zijn daarom tussen de Belastingdienst en voornoemde gepensioneerden vaak vaststellingsovereenkomsten (VSO’s) gesloten.
Goedkeuring voor meest gangbare gehanteerde uitgangspunten
In het besluit pensioenen internationale organisaties zijn de inmiddels meest gangbare gehanteerde uitgangspunten opgenomen. Ook is beschreven wanneer gepensioneerden van de EOB en gepensioneerden van de ESA en NAVO, deze uitgangspunten in hun aangifte kunnen toepassen zonder dat zij een VSO hoeven af te sluiten. Benadrukt wordt dat dit besluit alleen van toepassing is op pensioenregelingen van EOB, ESA en NAVO. Deelnemers aan andere pensioenregelingen van internationale organisaties kunnen dit besluit niet toepassen. Zij kunnen eventueel in overleg gaan met de inspecteur over de fiscale behandeling van hun pensioenregeling.
Uitgangspunten in het besluit
Uit de verkregen informatie van de pensioenregelingen is gebleken dat de door de werkgever toegekende pensioenrechten niet in een interne heffing zijn betrokken. Het aan de werkgeversbijdrage gerelateerde deel van de pensioenuitkering valt onder de omkeerregel. Daarnaast is gebleken dat de werknemerspremies uit het netto inkomen zijn betaald. Deze vallen dus niet onder de omkeerregel en zijn belast in box 3. In beginsel bestaat de pensioenuitkering voor 2/3e deel uit werkgeverspremies waarvoor de omkeerregel geldt en 1/3e deel waarop het regime van box 3 van toepassing is.
Bron: Besluit van 19 augustus 2022, nr. 2022-206968, Ministerie van Financiën, Stcrt. 2022, 21897
Geef een reactie