Een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener is sinds enkele maanden verplicht digitaal te procederen bij de Hoge Raad. Dat is het geval bij een cassatieberoep tegen een uitspraak die vanaf 15 april 2020 bekend is gemaakt. De rechtsbijstandverlener moet dan het cassatieberoep via het webportaal van de Hoge Raad indienen.
Een beroepsmatige rechtsbijstandverlener stelde beroep in cassatie in bij de Hoge Raad tegen een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden. Hij had namens zijn cliënt het beroepschrift verzonden. De Hoge Raad ontving dit beroepschrift op 28 mei 2020 per faxbericht.
Beroepschrift verplicht digitaal indienen bij de Hoge Raad
De Hoge Raad komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Volgens een besluit moet een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener sinds 2020 digitaal procederen. Dat is het geval bij een beroep in cassatie tegen een uitspraak die bekend is gemaakt op of na 15 april 2020, zoals in deze zaak. De griffier van de Hoge Raad heeft de rechtsbijstandverlener nog twee weken de tijd gegeven om het beroepschrift alsnog via het webportaal in te dienen. Daarop is geen reactie meer gekomen. De Hoge Raad verklaart het beroepschrift in cassatie daarom niet-ontvankelijk.
Meer informatie: Hoge Raad 18 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1418, 20/01684
Geef een reactie