Om een geslaagd beroep op de splitsingsvrijstelling voor de overdrachtsbelasting te kunnen doen, moet zowel het einddoel van de splitsing als de keuze voor die splitsing door zakelijke overwegingen zijn ingegeven.
Een bv bezit deelnemingen in andere vennootschappen. In die andere vennootschappen vinden de operationele activiteiten (activiteiten in de autobranche) van het concern plaats. Ook heeft de vennootschap een aantal onroerende zaken in eigendom. In 2016 vindt een juridische afsplitsing plaats. Daarbij worden de operationele activiteiten afgesplitst naar een nieuw opgerichte bv. Het bedrijfspand waarop geen hypotheek meer is gevestigd, is onder algemene titel overgegaan naar een bestaande bv van het concern. Het resultaat van een en ander is dat in de bv na afsplitsing alleen nog de operationele activiteiten zitten en de onroerende zaken die bezwaard zijn met hypothecaire leningen. De rechtbank is van oordeel dat het beroep op de splitsingsvrijstelling overdrachtsbelasting geslaagd is. Zie ‘Beroep op splitsingsvrijstelling OVB gehonoreerd’.
Het geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden
Bij hof is in geschil of voor de verkrijging van het bedrijfspand een beroep op de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting mogelijk is.
Motief brede herstructurering en stroomlijnen activiteiten
Als motief voor de splitsing wordt aangevoerd dat sprake is van een brede herstructurering, met als doel het stroomlijnen van de activiteiten. Ook is het doel het beschermen van de continuïteit van de onderneming. Er bestond behoefte om de operationele activiteiten en het onbezwaarde vastgoed af te scheiden van de rest van de activiteiten van het concern. Het hof zet uiteen dat voor de beoordeling of afsplitsing een zakelijk motief heeft, zowel het einddoel als de keuze van de weg ernaartoe door zakelijke overwegingen moeten zijn ingegeven. Partijen zijn het erover eens dat het einddoel van de afsplitsing van de operationele activiteiten is ingegeven door zakelijke overwegingen. Er bestaat geen overeenstemming over de zakelijkheid van het einddoel van de overdracht van het bedrijfspand.
Afsplitsing is zakelijk
Een belastingplichtige heeft in beginsel de vrije keuze om de fiscaal meest gunstigste weg te kiezen om een bepaald einddoel te behalen. Dit is anders als de afsplitsing belastingontwijking als hoofddoel of een van de hoofddoelen heeft. Het hof leidt uit de wetsgeschiedenis af dat herpositionering van een onroerende zaak om niet-fiscale redenen in overeenstemming is met het doel van het anti-misbruikvoorbehoud in de overdrachtsbelasting. Ook is geen sprake van een kunstmatige of anti-fiscale omweg. De keuze van de splitsing is ook niet onlogisch. Met de afsplitsing van de operationele activiteiten is het relatief eenvoudig om ook het pand mee te laten afsplitsen. Niet valt in te zien dat een overdracht onder bijzondere titel meer voor de hand lag. Het hof verklaart het hoger beroep van de inspecteur ongegrond.
Wet: art. 2:334a BW, art. 15 lid 1 onderdeel h WBRV en art. 5c Uitv besl BRV
Geef een reactie