Is de feitelijke leiding van een lichaam verplaatst? En is het lichaam ten minste vijf jaar in Nederland gevestigd geweest? Dan wordt dit lichaam gedurende tien jaar na verplaatsing van de werkelijke leiding van het lichaam nog geacht in Nederland te zijn gevestigd.
Een dga was sinds de oprichting van zijn B.V. op 5 mei 1993 dga van die B.V. In 2005 emigreerde de dga naar Spanje en in 2013 naar Curaçao. Met de inspecteur had hij een vaststellingsovereenkomst gesloten om de toen bestaande schuld in rekening-courant in tien jaar af te lossen. De dga hield zich niet aan de afspraken. Daarom had de inspecteur bij het opleggen van de aanslag de opgenomen gelden in rekening-courant aangemerkt als verkapte winstuitdeling.
Verplaatsing werkelijke leiding B.V. uit Nederland?
De dga komt tegen de aanslag in beroep bij Rechtbank Noord-Holland. Hij is van oordeel dat de feitelijke leiding van de B.V. niet meer in Nederland is. Dat betekent volgens de dga dat de inspecteur niet meer kan navorderen over het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang.
De rechtbank onderzoekt eerst waar de B.V. fiscaal gezien is gevestigd. Dat is Nederland. De B.V. is opgericht naar Nederlands recht. Ook de plaats van de feitelijke leiding heeft zich jarenlang in Nederland bevonden. De dga heeft volgens de rechtbank onvoldoende gemotiveerd waarom de feitelijke leiding van de B.V. niet meer in Nederland zou zijn. Hij had bijvoorbeeld bij de emigratie naar Spanje al kunnen aangeven dat ook de feitelijke leiding van de B.V. zou worden verplaatst. Als de feitelijke leiding van de B.V. al is verplaatst, geldt dat pas vanaf de emigratie naar Curaçao. Door de wettelijke fictie betekent dit dat vanaf 2013 de feitelijke leiding van de B.V. nog gedurende 10 jaar in Nederland is. Op grond hiervan is de feitelijke leiding in 2015 nog gewoon in Nederland. Overigens heeft de dga ook niet aannemelijk gemaakt dat de B.V. als inwoner van Curaçao zou hebben te gelden. De dga heeft niet aangetoond dat de B.V. is onderworpen aan de belastingwetgeving van Curaçao. De rechtbank verwerpt het beroep van de dga.
Wet: art. 7.1, 7.5 Wet IB 2001, art. 4 AWR, art. 2 en 34 BRK
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 5 maart 2020 (gepubliceerd 20 maart 2020), ECLI:NL:RBNHO:2020:1592
Geef een reactie