In beginsel rust op een onbevoegde bestuursrechter die een stuk krijgt een doorzendplicht. Volgens de Hoge Raad geldt die doorzendplicht echter niet als iemand bewust stukken stuurt naar een onbevoegde bestuursrechter.
Een gemachtigde maakte namens zijn cliënt bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag BPM. De inspecteur verzocht de gemachtigde een schriftelijke machtiging over te leggen. Omdat de inspecteur geen machtiging ontving, verklaarde hij het bezwaar niet-ontvankelijk.
Het geschil
In geschil bij Hof Den Bosch was of de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard.
Oordeel hof
Het hof (ECLI:NL:GHSHE:2020:4111) heeft geoordeeld dat verzending van de machtiging aan de inspecteur niet aannemelijk is gemaakt. Wel staat vast dat de machtiging is verstuurd naar Rechtbank Gelderland. De autokoper stelt de rechtbank een doorzendplicht heeft. Het hof heeft geconstateerd dat van het abusievelijk versturen van een stuk naar een verkeerd adres geen sprake is. Gemachtigde heeft dit bewust gedaan om een ontvangstbevestiging te krijgen. Volgens het hof is dan sprake van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Daarom is de datum van ontvangst bij Rechtbank Gelderland niet bepalend of tijdig een machtiging is overgelegd. Het verzuim is dus niet hersteld binnen de door de inspecteur gestelde termijn. Omdat dus niet is komen vast te staan dat gemachtigde gemachtigd was een bezwaarschrift namens de autokoper in te dienen, heeft de inspecteur het bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad heeft het ingestelde cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard (art. 81.1 RO).
Wet: art. 6:15 Awb
Bron: Hoge Raad 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1738, 21/00538
Online cursus fiscale aspecten auto van de zaak
Bent u nog helemaal op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op dit gebied? Wat zijn de consequenties van de onlangs aangenomen Wet Uitwerking Autobrief II? U hoort het van mr. Heleen Elbert.
Geef een reactie