De rechtbank oordeelt dat er bij een beroep tegen een aanslag erfbelasting geen plaats meer is voor een inhoudelijke beoordeling of de verruimde schenkvrijstelling van toepassing is. Als de verruimde schenkvrijstelling is toegepast, vloeit daaruit dwingend voort dat de 180 dagen-regel voor de erfbelasting niet van toepassing is.
Een man ontving van zijn moeder op 10 januari 2014 een schenking van € 5.141, vervolgens op 4 juli 2014 een bedrag van € 10.000 en in september 2014 nog eens € 90.000. In de aangifte schenkbelasting deed de man een beroep op de verruimde schenkvrijstelling van € 100.000. Op 2 oktober 2014 overleed de moeder. De Belastingdienst legde aanvankelijk een navorderingsaanslag schenkbelasting op, waarbij de verruimde schenkvrijstelling niet in aanmerking werd genomen. Hiertegen had de man beroep ingesteld en tijdens dit beroep heeft de inspecteur de navorderingsaanslag alsnog verminderd naar nihil.
Het geschil
In geschil bij Rechtbank Noord-Holland is of de nalatenschap voor de man van zijn moeder terecht is verhoogd met een fictieve verkrijging vanwege de ontvangen schenkingen in 2014.
Geen plaats meer voor toetsing aanslag schenkbelasting
De inspecteur meent dat de vermindering van de navorderingsaanslag schenkbelasting niet in de weg staat aan een inhoudelijke toetsing van de aanslag schenkbelasting in het kader van de erfbelasting. Volgens de rechtbank staat voor de schenkbelasting vast dat de verruimde vrijstelling uiteindelijk is toegepast. In dat geval kan de schenking niet geacht worden krachtens erfrecht te zijn verkregen. De rechtbank vindt dat voor de schenkbelasting geen inhoudelijke beoordeling meer kan plaatsvinden bij het opleggen van de aanslag erfbelasting. Die inhoudelijke beoordeling moet plaatsvinden bij het opleggen van een aanslag schenkbelasting. Als de verruimde schenkvrijstelling van toepassing is, vloeit daaruit dwingend voort dat geen sprake is van een fictieve erfrechtelijke verkrijging (180 dagen-regel niet van toepassing is).
Geen herkansing bij aanslag erfbelasting
In een andere procedure, waarbij de zus van de man in beroep ging tegen de aanslag erfbelasting, liep het minder goed af. De vrouw had hetzelfde bedrag gekregen als de man, maar ze was vergeten een beroep te doen op de verruimde vrijstelling schenkbelasting in de aangifte schenkbelasting. Zij ging ook in beroep tegen de aanslag erfbelasting en wilde alsnog de verruimde schenkvrijstelling toepassen. Ook hier oordeelde de rechtbank echter dat voor de vraag of al dan niet recht bestaat op de verruimde vrijstelling schenkbelasting, bij de beoordeling van de aanslag erfbelasting geen plaats meer is.
Bron: Rechtbank Noord-Holland 3 september 2021 (gepubliceerd 14 oktober 2021), ECLI:NL:RBNHO:2021:8934, HAA 18/2355 en Rechtbank Noord-Holland 3 september 2021 (gepubliceerd 14 oktober 2021), ECLI:NL:RBNHO:2021:8932, HAA 18/2356
Verdiepingscursus aangifte erfbelasting
Adviseren en aangifte doen liggen dicht bij elkaar. U adviseert regelmatig bij het afwikkelen van nalatenschappen en wordt vervolgens ook ingeschakeld bij het opstellen van de aangifte. Veel voorkomende vragen zijn wanneer er sprake is van een fictieve verkrijging en hoe de langstlevende optimaal gebruik kan maken van het vruchtgebruiktestament. Ook komt aan de orde op welke vrijstellingen de verkrijgers een beroep kunnen doen.
Geef een reactie