Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een herzieningsbeschikking Werkhervattingskas 2018 terecht is vastgesteld en dat de naheffingen loonheffingen terecht zijn. Het hogere percentage Ziektewet voor 2018 is voldoende kenbaar geweest voor de exploitant.
Een exploitant van een uitzendbureau is tot 2017 eigenrisicodrager voor de Ziektewet (ZW). Vanwege de beëindiging van het eigenrisicodragerschap voor de ZW is in de twee daaropvolgende jaren het hogere premiepercentage ZW terugkerende werkgever van toepassing. Op 1 december 2017 heeft de inspecteur de oorspronkelijke beschikking Whk voor 2018 afgegeven. Bij deze afgifte is ten onrechte geen rekening gehouden met het juiste percentage voor de ZW. Op 17 december 2020 heeft de inspecteur de herzieningsbeschikking afgegeven en de ZW-component verhoogd van 0,10% tot 2,29%. Vanwege de herzieningsbeschikkingen heeft de inspecteur de door de exploitant verschuldigde Whk-premie 2018 nageheven.
Oordeel rechtbank
In geschil bij rechtbank Zeeland-West-Brabant is of de herzieningsbeschikkingen terecht zijn afgegeven.. De rechtbank is van oordeel dat de exploitant moet hebben geweten dat het percentage op de oorspronkelijke Whk-beschikking 2018 onjuist is. De belangrijkste argumenten waardoor de rechtbank tot dit oordeel komt zijn:
- Op de beschikking 2017 staat dat het hoge percentage van toepassing is gedurende twee jaar na beëindiging van het eigenrisicodragerschap per 31 december 2016. Op de oorspronkelijke beschikking 2018 ontbreekt deze melding.
- In 2017 bedroeg de ZW-component 1,97%, op de oorspronkelijke beschikking 2018 0,10%.
- De exploitant voert zelf zijn salarisadministratie en heeft zelf het verlaagde percentage in zijn software ingevoerd.
- Bij de kostprijsberekeningen en de tarieven 2018 moet rekening zijn gehouden met de lagere Whk-premie. Een zodanige verlaging had van invloed moeten zijn op het doorberekende uurtarief.
De rechtbank handhaaft daarom de naheffingsaanslag loonheffingen 2018.
Geef een reactie