Voor de afschaffing van de keuzeregeling voor behandeling als binnenlands belastingplichtige voor buitenlands belastingplichtigen door de wetgever bestaat een objectieve en redelijke rechtvaardiging. De rechter moet de door de wetgever gemaakte beleidskeuzes en de gevolgen van die afschaffing daarom respecteren.
Van een echtpaar woonde de vrouw in Marokko en de man in Nederland. Tot 2015 had de vrouw recht op uitbetaling van de algemene heffingskorting. Zij koos namelijk voor behandeling als binnenlands belastingplichtige. Vanaf 1 januari 2015 is de regeling gewijzigd en voldeed de vrouw niet meer aan de voorwaarden. Om dan recht op uitbetaling van de heffingskorting te krijgen, moest zij inwoner zijn van een EU-lidstaat, EER-staat, Zwitserland of op de BES-eilanden. De vrouw voldeed hier niet aan.
Hof: keuze wetgever respecteren
Bij Hof Den Bosch is in geschil of de vrouw toch recht heeft op uitbetaling van de algemene heffingskorting. Het hof overweegt dat de fiscale wetgever een ruime beoordelingsvrijheid heeft bij beantwoording van de vraag of gevallen gelijk zijn. Als sprake is van ongelijke behandeling dan kan daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor bestaan. De rechter moet de door de wetgever daarvoor gemaakte keuzes en de daaruit voortvloeiende verschillen in behandeling respecteren.
Werking internationale verdragen
Inwoners van de EU, de EER, Zwitserland en de BES eilanden kunnen rechten ontlenen aan internationale verdragen waarop een inwoner van Marokko geen aanspraak kan maken. Daarom mag de wetgever een inwoner uit Marokko ongunstiger behandelen. Ook voor het ontbreken van overgangsrecht was een goede reden. Door het overgangsrecht zou de regeling te duur worden in de uitvoering. Het hof vindt deze redenen voldoende objectief. Tot slot wijst het hof ook nog het beroep van de vrouw op het non-discriminatiebeginsel uit het belastingverdrag met Marokko af. De vrouw is namelijk niet onderworpen aan een belastingheffing in Nederland, zodat het non-discriminatieartikel toepassing mist.
Wet: art. 2.5 (tekst per 31 december 2014), 8.9 en 8.9a Wet IB 2001
Belastingverdrag: art. 25 belastingverdrag met Marokko
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 2 juli 2020 (gepubliceerd 6 juli 2020), ECLI:NL:GHSHE:2020:1997, 20/00016 en 20/00017
Geef een reactie