De Hoge Raad oordeelt dat sportactiviteiten zoals blokarten en powerkiten op een evenementenstrand onder het verlaagde btw-tarief vallen, mits gebruik wordt gemaakt van een sportaccommodatie voor instructie en omkleden.
Een btw-ondernemer organiseert tegen vergoeding buitensportactiviteiten zoals blokarten en powerkiten op een door de gemeente aangewezen evenementenstrand. Voor deze activiteiten maakt de ondernemer gebruik van een strandpaviljoen voor instructie en omkleedfaciliteiten. De inspecteur heeft naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd, omdat volgens hem het verlaagde tarief niet van toepassing is.
Het geschil bij hof Amsterdam
Bij het hof was in geschil of de activiteiten van de ondernemer kunnen worden aangemerkt als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening onder het verlaagde btw-tarief. Het hof oordeelde dat het strandpaviljoen en het evenementenstrand niet als sportaccommodatie kunnen worden aangemerkt. Het verlaagde tarief is daarom niet van toepassing.
Verlaagd tarief wel van toepassing
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelt dat het verlaagde tarief wel van toepassing is, omdat de dienstverlening van belanghebbende, inclusief het gebruik van het strandpaviljoen voor instructie en omkleden, valt onder het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. De Hoge Raad veroordeelt de Staat tot vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn en veroordeelt de staatssecretaris van Financiën en de Inspecteur in de proceskosten.
In dezelfde zin: Hoge Raad 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:98, 22/04595 en Hoge Raad 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:99, 22/04746
Wet: art. 9 lid 2 Wet OB 1968, post b3 van tabel I behorende bij de Wet OB 1968 en punt 14 van bijlage III bij de btw-richtlijn
Bron: Hoge Raad 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:8, 22/04594
Geef een reactie