Het HvJ heeft op 4 oktober 2024 geoordeeld dat een nationale regeling die de aftrek van rente weigert wanneer deze rente verband houdt met een groepsinterne lening die als onderdeel van een volstrekt kunstmatige constructie wordt beschouwd, is toegestaan.
Een bv maakt deel uit van een internationale groep. Om een belang in een andere vennootschap te verwerven sluit de bv een lening af bij een verbonden lichaam. Dat lichaam is een Belgische vennootschap, die in België kwalificeerde als zogeheten coördinatiecentrum. Daardoor was op dit lichaam een zeer gunstig fiscaal regime van toepassing. De Nederlandse Belastingdienst heeft bij de bv de aftrek van de rente betaald aan het verbonden lichaam geweigerd. De Belastingdienst is van mening dat de lening een volstrekt kunstmatige constructie is.
Oordeel HvJ EU
Het HvJ EU heeft geoordeeld dat artikel 49 VWEU niet in de weg staat aan een nationale regeling die de aftrek van rente weigert. Dit geldt wanneer de rente betrekking heeft op een lening van een verbonden lichaam en deze lening wordt gebruikt voor de aankoop of uitbreiding van een belang in een ander lichaam dat na de transactie een verbonden lichaam wordt. De aftrek kan volledig worden geweigerd als de lening als een volstrekt kunstmatige constructie wordt beschouwd. De aftrek van rente kan dan ook bij marktconforme voorwaarden en een zakelijke rente worden geweigerd.
Wet: art. 10a Wet Vpb 1969 en art. 49 VWEU
Bron: Hof van Justitie EU 4 oktober 2024, ECLI:EU:C:2024:822, C‑585/22
Geef een reactie