Wist een belastingplichtige op het moment van bijschrijven in rekening-courant van een huurvordering, dat de huurder deze nooit zal betalen? Dan is in wezen sprake van een informele kapitaalstorting. De belastingplichtige kan geen voorziening vormen voor oninbaarheid.
Een B.V. verhuurde machines en overige roerende zaken aan een dochtermaatschappij. Die dochtermaatschappij bleef de huur schuldig in rekening-courant. De B.V. had in rekening-courant gelden verstrekt aan andere gelieerde vennootschappen. Over het jaar 2010 liet de B.V. de ontvangen rente in rekening-courant bijboeken. De B.V. gaf in haar aangifte vennootschapsbelasting geen huur aan en ook geen rente. In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden is of de B.V. de rente en huurbaten tot haar winst had moeten rekenen.
Wetenschap oninbaarheid huur
Het hof concludeert dat voor wat betreft de bijboeking van de huurbaten in rekening-courant partijen in feiten verdeeld houdt de vraag of sprake is van een informele kapitaalstorting. Het hof deelt de mening van de inspecteur dat sprake is van een informele kapitaalstorting. De gemachtigde van de B.V. verklaarde dat hij wist dat de dochtermaatschappij de huur nooit zou betalen bij het boeken van de huurbate in rekening-courant. Bij het ontstaan van de in rekening-courant schuldig gebleven bedragen zijn deze in feite al oninbaar. Daardoor is sprake van een informele kapitaalstorting en is geen voorziening of afwaardering mogelijk.
Stellingname onvoldoende met feiten onderbouwd
De B.V. stelt dat de in rekening-courant geboekte renteopbrengst is afgeboekt vanwege de slechte economische positie van de gelieerde schuldenaren. De inspecteur betwist dat. Het hof is van oordeel dat de B.V. haar oordeel met bewijsstukken had moeten onderbouwen. Nu de B.V. het standpunt van de inspecteur onvoldoende met stukken heeft weerlegd, is het hof het met de inspecteur eens dat de B.V. de rentevorderingen in rekening-courant niet kan afwaarderen.
Wet: art. 8 Wet VPB 1969 en art. 3.8 Wet IB 2001
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 januari 2020 (gepubliceerd 17 januari 2020), ECLI:NL:GHARL:2020:250
Geef een reactie